31/05/2007

Verdrag Opruiming Scheepswrakken

Op een diplomatieke conferentie van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) in Nairobi is een nieuw verdrag aanvaard: het Nairobi Internationaal Verdrag inzake de Opruiming van Scheepswrakken, 2007. Het verdrag zorgt ervoor dat kuststaten meer bevoegdheden krijgen om scheepswrakken in de exclusieve economische zone (EEZ) snel en adequaat te verwijderen. De exclusieve economische zone is het gebied tussen de territoriale wateren en de lijn van 200 mijl vanaf de kust. Met het verdrag wordt een internationaal juridische leemte opgevuld waardoor naast het opruimen van scheepswrakken door de kuststaat ook kan worden opgetreden tegen schepen en lading die het scheepvaartverkeer, het mariene milieu of andere kuststaatbelangen in gevaar brengen.

Belangrijk Verdrag


Dit verdrag is voor ons land van belang omdat incidenten met schepen juist vaak plaatsvinden net buiten de territoriale wateren op de Noordzee. Deze incidenten veroorzaken vaak problemen met het opruimen van de scheepswrakken omdat de opruimbevoegdheden in de EEZ onvoldoende omlijnd zijn. Ook ontbreekt het nu vaak aan mogelijkheden om de opruimkosten te verhalen. Als het verdrag in werking is getreden kunnen verdragslanden die daartoe aanleiding zien het verdrag ook van toepassing verklaren op hun territoriale wateren. Dat zijn de binnenwateren en de territoriale zee (het gebied tot 12 mijl uit de kust). Dit voorstel werd door de conferentie breed gesteund omdat in dat geval het verdrag dan net als bij toepassing binnen de EEZ zorgt voor meer rechtszekerheid en duidelijkheid. Ook wordt het hierdoor voor kuststaten makkelijker om bij incidenten vlak voor de kust relevante verzekeringen te verkrijgen waardoor direct actie kan worden ondernomen richting verzekeraar. Het nieuwe verdrag staat open voor ondertekening van 19 november 2007 tot 18 november 2008. De afspraken in het verdrag gaan gelden 1 jaar nadat 10 lidstaten hebben aangegeven verdragspartij te willen worden. Gezien dit lage aantal is het de verwachting dat het verdrag snel in werking kan treden. Belgiƫn en Nederland beginnen binnenkort met de voorbereidingen om goedkeuring en invoering van dit verdrag te realiseren.