16/07/2008

Hoe is onze buurbadplaats Cadzand-Bad ontstaan?

Hoe worden badplaatsen geboren? Heist groeide van een vissersgemeenschap tot een toeristische trekpleister omdat de trein er kwam. Toeristen uit Heist sijpelden door naar het boerendorp Knokke waar ze uiteindelijk door Siska en haar wafels werden opgevangen. Door de bouw van de Zeebrugse haven op het grondgebied van Heist en Lissewege, kreeg Heist ter compensatie een nieuw gebied in het oosten, waar ontwikkelaars enkele jaren later Duinbergen uit de duinen stampten. Het ontstaan van Cadzand-Bad blijkt echter de visie van één man te zijn geweest: een boer uit Breskens die in onze buurgemeente het eerste badhuis op de duinen bouwde. Dat verhaal staat nu te boek. “Van Badhuis tot Boulevard” schildert de ontstaansgeschiedenis van Cadzand-Bad. Het boek telt 144 pagina's. Het is gedrukt in een oplage van 2.500 exemplaren en kost 29,90 euro. Er staan bijna 800 foto's in en onder de Nederlandse tekst staan samenvattingen in het Duits en in het Engels. Woensdagnamiddag werd het boek gepresenteerd in café Joy in Cadzand-Bad. Auteur Peter de Lijser uit Breskens geeft het boek uit in eigen beheer.

Het begon allemaal toen Guust Albregts, een boer uit Breskens, halverwege de negentiende eeuw verliefd werd op een meisje uit Cadzand. "Hij verkocht zijn boerderij en bouwde bovenop de duinen bij Cadzand een Badhuis: een herberg (bierhuis) met logeerkamers. Nu moet je je niet voorstellen dat het daar boordevol zat. Zo schrijft hij regelmatig in zijn dagboek: 'Deze zomer twee badgasten te logeren gehad'," vertelt Peter de Lijser (69). Het Badhuis uit zijn boek is geen ouderwetse badinrichting, waar mensen naar toe gingen in het tijdperk van vóór de douche. Het was een kuuroord, dat in 1866 werd gebouwd en waar omheen het huidige Cadzand-Bad is ontstaan. Dat is echter nooit zo groot geworden als andere kuuroorden, zoals Oostende of Scheveningen (Kurhaus). Waarom eigenlijk niet? Dat waren van oorsprong toch ook maar eenvoudige vissersdorpjes?De Lijser steekt van wal: "Begin 1800 kwam de badcultuur in Europa op. De gegoede burgers gingen kuren aan zee. Dat is begonnen aan de Engelse kust, met plaatsen als Brighton. Midden negentiende eeuw kreeg je ook hier een aantal grote badplaatsen. In die tijd waren de wegen nauwelijks begaanbaar. Maar door de opkomst van spoorverbindingen met het achterland, kwamen kleine plaatsjes, zoals Noordwijk of Zandvoort geweldig op."Kuren, het baden in zee, werd populair. " Het zeewater bleek geweldig gezond te zijn. De migraine van mevrouw de barones ging ervan over, als ze haar voeten even in het water hield. Noem maar op. En dus gingen ondernemers badhuizen bouwen."Zo is het in Cadzand-Bad ook gegaan. Wellicht met een schuin oog op Oostende, waar een al een badcultuur was. "Een Engelse ondernemer had daar al begin 1800 een vergunning voor badkarren op het strand. Want als vrouw ging je niet zomaar het water in. Met een paard en een badkoets werd je het water in getrokken. Dan kon je dus pootje baden, zonder dat mensen onwelvoeglijke blikken op je wierpen." In Cadzand kwamen onmiddellijk ook badkarren. De toenmalige minister van Financiën legde een gemoedelijke belasting op. "Zo ging men toen om met jonge ondernemers", legt De Lijser uit waarom hij een exemplaar van het boek naar Wouter Bos gaat sturen.Was Albregts een avonturier of een visionaire geest?, vraagt De Lijser zich af. Maar verderop in het boek beschrijft hij hoe hij 'Veertig jaar gelaten wachtte op de rijke badgast die maar niet komen wil.' Het Badhuis stond er tot 1923 volledig alleen. "Dan vraag je je af: waarom is daar verder niks gebeurd en in al die andere badplaatsen wel? Omdat er geen infrastructuur was, geen spoorverbinding. Met andere woorden, je kon er niet komen. Een tweede reden is dat er geen projectontwikkelaars waren, zoals tegenwoordig. Die laag in de bevolking had je hier niet. Je had alleen boeren en arbeiders."Rondom het Badhuis vestigden zich in de loop der tijd kleine ondernemingen en er ontstond een groeiende toeristische trekpleister. Niet iedereen was blij met die ontwikkeling. Een brief aan de gemeente uit 1937, van 47 verontruste organisaties uit de streek hekelt de 'steeds verder schrijdende schaamteloosheid in kleding en gedrag' en ziet die als 'een gevaar voor de christelijke zeden.' In de oorlog werd het Badhuis gebruikt door de Duitsers en liet de burgemeester van Cadzand er al te welwillend een bord plaatsen dat Joden niet welkom waren. In 1941 werd het gebouw afgebroken. De Lijsers ouders waren daarvóór de laatste exploitanten en zijn inmiddels 89-jarige moeder, de laatste waardin. Zelf is hij er in 1938 als laatste geboren."Als je nu vraagt, waarom ik dat boek heb geschreven, dan is dat omdat Cadzand-Bad de komende vijftien jaar zoveel gaat veranderen. Bij het 150-jarig bestaan in 2016, ken je het niet meer terug. Het is zaak om het verleden nu vast te leggen."