9/03/2011

Vernieuwde afspraken om reddingen aan de kust te optimaliseren

Het provinciebestuur heeft woensdag de vernieuwde afspraken bekend gemaakt om reddingen aan onze kust te optimaliseren. De nieuwe richtlijnen kwamen er op last van gouverneur Paul Breyne. En dat gebeurde onder meer naar aanleiding van de verdrinking van een zesjarig jongetje in Bredene. Dit leidde niet alleen tot een ruimere omschrijving van de soorten noodsituaties en de geografische omschrijving in de nota, maar ook tot een aantal nieuwe afspraken tussen de hulpdiensten onderling. In de maand januari werden een aantal oefeningen gehouden om de diensten vertrouwd te maken met de nieuwe regeling.

De vroegere afsprakenregeling ‘drenkelingen aan zee’ wordt nu ‘reddingen aan de Belgische Kust’. De regeling beschrijft immers verschillende soorten noodsituaties die zich aan onze kust kunnen voordoen, ook wanneer er nog niet effectief sprake is van een drenkeling. Bovendien omvat de regeling, geografisch gezien, meer dan enkel afspraken over reddingen aan zee, ook afspraken over noodsituaties op het strand worden vermeld.


In de nieuwe afsprakenregeling onderscheiden zich twee situaties:
- De eerste situatie handelt over een persoon in nood die visueel kan worden waargenomen en waarvan de lokalisatie tamelijk nauwkeurig kan gebeuren. Alle middelen moeten onmiddellijk worden ingezet in functie van de noodsituatie.
- De tweede situatie betreft een melding van een vermiste persoon waarbij de plaatsbepaling onnauwkeurig is. Hierbij zullen er zoekacties moeten worden opgezet zowel langs landszijde als aan zeezijde. In deze situatie worden de hulpdiensten ook onmiddellijk gealarmeerd door het hulpcentrum, behalve wanneer de reddingsdiensten op het strand operationeel zijn. Gedurende de openingstijden, een half uur voor de opening en een half uur na de sluiting wordt er contact gezocht met de hoofdredder van de badplaats van waaruit de noodoproep komt. Jaarlijks lopen er aan onze kust gedurende de openingstijden van de reddingsdiensten meer dan 1000 kinderen verloren. De redders aan zee zijn hierover het best geïnformeerd. Ofwel zijn zij al gestart met zoeken, ofwel is het verloren gelopen kind al bij hen, maar hebben de ouders zich nog niet gemeld. De redders aan zee zijn de ogen en oren van het hulpcentrum en zijn daarom het best geplaatst om in eerste instantie belangrijke informatie te geven.

Er wordt ook gewerkt aan een databank referentiepunten Kust, waarbij de diverse plaatsnamen die voor een locatie gebruikt worden ook gelinkt worden aan de land- en zeecoördinaten. Dit moet het gericht zoeken vergemakkelijken.

Het is de overtuiging van alle betrokkenen om met de nieuwe afsprakenregeling een stap in de goede richting te zetten om de reddingen aan de Belgische Kust te optimaliseren.