1/10/2007
Dolgedraaide Europese Unie pleegt machtsmisbruik
De vissers op het strand van Dakar kunnen zich maar moeilijk voorstellen dat ze afscheid zouden moeten nemen van de houten prauwen waarmee ze zich al generaties lang de zee op wagen. Wie in de toekomst nog vis wil uitvoeren naar de Europese Unie, zal zich een ‘meer hygiënische’ boot uit glasvezel aanschaffen. Een alledaagse scène op het strand van Terrou Baye Sogui, vlak achter het presidentiële paleis in Dakar. Alioune Kane stapt uit zijn houten prauw en opent de doos uit piepschuim met de vangst van de dag. Een visgrossist inspecteert de lading en koopt de beste exemplaren voor export naar Europa. De rest mag Alioune op de lokale markt proberen te slijten. De vangst viel deze keer opnieuw wat magertjes uit. Er blijven amper acht kilo kleinere vissen over, die op de markt ongeveer 1500 CFA (2,3 euro) per kilo zullen opleveren. “Een visser kan van zijn beroep tegenwoordig niet meer leven”, zucht Alioune, terwijl hij tegen zijn trouwe schuit staat geleund. Net als veel van zijn collega’s weet hij nog niet dat hij zijn vaartuig binnen enkele jaren zal moeten vervangen door een boot uit glasvezel, als hij zijn vis nog wil kunnen verkopen voor export naar de Europese Unie. De EU gaat namelijk strengere regels opleggen voor de hygiëne en de traceerbaarheid van de vis die ze importeert. De houten rompen houden makkelijker vuil vast en zijn moeilijker te reinigen dan boten uit kunststof. Om te vermijden dat de vis in contact komt met het hout gebruiken de meeste vissers net als Alioune een bak uit piepschuim. De EU wil verder gaan en de ongeveer 14.000 traditionele houten vissersboten vervangen door rompen uit glasvezel, de zogenaamde ‘coques Yamaha’ of ‘Yamaharompen’. Dat is een hele klus, want houten schepen leveren momenteel nog 80 procent van de jaarlijkse totale visvangst van 450.000 ton. Heel wat Senegalese vissers begrijpen niet waarom de EU opeens zo moeilijk doet. Al sinds de eerste visserijakkoorden van 1979 leveren de houten scheepjes vis die beantwoordt aan de Europese kwaliteitsnormen. “We moeten niets meer bewijzen. De overstap naar kunststof gaat ons flink wat kosten. We hebben geen geld om die Yamaharompen te betalen”, zegt Mamadou Thioune van CONIPAS, de belangenorganisatie van artisanale Senegalese vissers. Een Yamaharomp kost ruim een miljoen CFA (1500 euro), een derde meer dan een boot uit hout (700.000 CFA of 1000 euro). Het is duidelijk dat de doorgedraaide kliek ambtenaren van de Europese Unie machtsmisbruik pleegt. Echter, niet alle vissers zijn principieel gekant tegen de overstap naar kunststof. “Geef mij er maar eentje”, zegt Alioune Kane, “Ik wil mijn werkomstandigheden graag verbeteren.” De boten zijn lichter dan de houten prauwen, ze lekken niet en zijn gemakkelijker schoon te maken. Ook vanuit een milieustandpunt valt er een en ander voor te zeggen. Om een houten boot te maken moeten twee grote bomen worden geveld in een land dat kampt met ontbossing en woestijnvorming. Omdat de boten lichter zijn, verbruikt de motor ook minder brandstof. Maar ook de tegenstanders van de nieuwe bootjes zitten niet om argumenten verlegen: “Bij ruwe zee heb je een houten boot nodig om je aan vast te houden. Die rompen uit kunststof zijn veel te glibberig.”