11/10/2007

Merrill Lynch het ware genie achter Lippens' ABN Amro overnameplan

Uit een analyse van de Volkskrant blijkt donderdag dat de zakenbank Merrill Lynch moet gezien worden als het brein achter de ABN Amro overnameplannen van de groep rond Maurice Lippens. Eerst was Fortis bij de overname trouwens niet in beeld, dat gebeurde pas toen de twee andere banken uit de groep er niet uitraakten. Ze kwamen in de eerste maanden van dit jaar allebei meerdere malen over de vloer bij ABN Amro, maar noch Royal Bank of Scotland (RBS) noch Santander boekte daarbij succes. Merrill Lynch, de zakenbank die bij eerdere overname-avonturen van deze twee banken een cruciale rol had gespeeld, bedacht daarop de combinatie met Fortis. Op 30 maart ontmoetten de topmannen van Fortis en RBS elkaar voor het eerst, een paar dagen later waren ze het eens. Op 12 april viel bij ABN de brief in de bus met de vooraankondiging van een bod.Deze beknopte geschiedenis van het ontstaan van het consortium dat ABN Amro overneemt en zal opsplitsen, is te destilleren uit de biedingsberichten die de drie banken de afgelopen tijd hebben gepubliceerd en uit de spaarzame woorden die er daarna over zijn gesproken. Zo zei Fortis-topman Jean-Paul Votron eind mei, bij de bekendmaking van het officiële bod: ‘Het eerste telefoontje kwam van Merrill Lynch.’ Werd Fortis er pas in maart bijgehaald, RBS en Santander hadden al veel langer plannen met ABN Amro. Sir Fred Goodwin van RBS sprak op 9 januari uitgebreid met Rijkman Groenink: de Britse bank wilde LaSalle kopen, de Amerikaanse dochter van ABN Amro, zo maakte Goodwin duidelijk. Hij kwam daar in de weken daarop nog geregeld bij Groenink op terug, maar tevergeefs. Intussen was ook Santander kind aan huis bij de Nederlandse bank. Tussen januari en maart, zo melden de biedingsdocumenten, waren er verkennende gesprekken en onderhandelingen ‘met betrekking tot de mogelijke koop door Santander van bepaalde activiteiten in bepaalde regio’s’. Waarmee gedoeld wordt op Banco Real in Brazilië en Antonveneta in Italië. Maar wederom tevergeefs. ABN Amro was met Barclays al veel verder gevorderd en in het weekend van 17 en 18 maart werd zelfs ‘exclusiviteit’ van die gesprekken overeengekomen. Het is, gezien het vervolg, niet moeilijk voor te stellen dat Merrill Lynch vanaf januari al een plannetje aan het smeden was. Die zakenbank had uitstekende banden met zowel de Spaanse als de Britse bank. In 2004 hielp Merrill Santander bij het overnemen van de Britse bank Abbey National – Santanders entree in Londen. En in 2000 had Matthew Greenburgh, het hoofd van de afdeling Financial Institutions van Merrill, zich ontsterfelijk gemaakt bij Sir Fred, door voor hem de overnamestrijd om National Westminster, een andere grote Britse bank, te winnen. Tegenstander was toen de Bank of Scotland, de bank die nu furore maakt als grootste hypotheekbank van Europa. Plannetje of niet, Merrill Lynch doet in het openbaar voor het eerst van zich spreken op 20 maart, een dag na de openbare bevestiging van de onderhandelingen tussen ABN Amro en Barclays. Dan komt de bank namelijk met een analistenrapport waarin staat dat ‘anderen meer zouden kunnen bieden’. Vervolgens rekent Merrill voor dat bijvoorbeeld RBS 37 euro per aandeel voor ABN zou kunnen betalen, terwijl bijvoorbeeld Santander wel tot 41 euro zou kunnen gaan. De koers van ABN Amro is op dat moment 30 euro. Over een mogelijke gecombineerd bod, een gezamenlijke acquisitie, is dan al gesproken tussen Santander en RBS. Twee keer, zo melden de banken, in januari en in maart, tijdens ‘reguliere bijeenkomsen’. Maar met z’n tweeën komen ze er niet uit. En dan komen de telefoontjes van Merrill Lynch naar Fortis. Op 30 maart arrangeert de zakenbank een ontmoeting tussen Goodwin enerzijds en Votron en graaf Maurice Lippens van Fortis anderzijds. De heren zijn het snel eens: ABN Amro is rond de 38 euro waard, als het vervolgens kan worden opgeknipt. Het blijkt het plannetje te zijn waar Barclays nooit tegenop heeft gekund.