6/09/2007

Ook Lippensego telt in de strijd om ABN Amro

Het bod van het bankentrio op ABN Amro oogt met de dag rianter. Kunnen Royal Bank of Scotland, Fortis en Santander nog terugkrabbelen, of laten de ego's van de bankbazen zoals Maurice Lippens dat niet toe? De slotfase van het gevecht om ABN Amro is ongekend spannend. Het bankentrio moet nog goedkeuring krijgen van de Nederlandse minister Wouter Bos van Financiën om zijn bod van 71 miljard euro door te zetten. Maar afgezien daarvan is het vooral de onrust op financiële markten die voor verrassingen kan zorgen. Begin oktober lopen zowel de biedingen van het consortium als van Barclays af. De beursdip van augustus versterkte aanvankelijk de positie van het trio, dat meer contanten biedt dan Barclays. Maar als de problemen op kredietmarkten de komende weken escaleren, zitten Royal bank of Scotland, Fortis en Santander in de maag met een miljardenbod dat moeilijk te verantwoorden valt. Sterke zenuwen en grote ego's worden dan minstens zo belangrijk als koele financiële analyses. Om met dat laatste te beginnen: in tijden van crisis willen beleggers het liefst harde contanten. Die biedt het consortium volop. Niet alleen is het absolute verschil tussen het bod van het bankentrio en dat van Barclays groot, ongeveer tien miljard euro. Het consortium biedt ook voor het grootste deel cash. Aandeelhouders van ABN Amro krijgen van het trio per aandeel liefst 35,60 euro contanten, plus 0,296 aandelen Royal Bank of Scotland. Barclays betaalt grotendeels met eigen aandelen. Marktwaarnemers vragen zich inmiddels af of het consortium niet te veel betaalt voor de grootste bank van Nederland. ABN Amro is volop actief als verstrekker van ingewikkelde leningen. Als de vraag naar gespecialiseerde kredieten de komende maanden afneemt, drukt dat de winst van ABN Amro. Vraag is of het consortium bij tegenvallend nieuws zijn bod kan intrekken of een lager bod kan uitbrengen. In theorie is dat mogelijk, als het beursklimaat dramatisch verslechtert. Daar staat echter tegenover dat speculatieve hedgefondsen die miljarden in ABN Amro hebben gestoken, vrijwel zeker met kostbare juridische procedures zullen schermen als het bankentrio terugkrabbelt. Bij dit alles moet een ander fenomeen dat minder makkelijk in cijfertjes te vatten valt, niet worden onderschat: het ego van bankbazen.

ABN Amro-topman Rijkman Groenink, zelf ook geen toonbeeld van bescheidenheid, kan zijn borst nat maken. Groenink heeft Sir Fred Goodwin van Royal Bank of Scotland en Emilio Botin van Santander dit jaar flink tegen het zere been geschopt. Afgelopen juli bleek uit het biedingsbericht van het bankentrio dat Goodwin in oktober 2006 al contact heeft gezocht met Groenink. Op 9 januari 2007 ontmoetten ze elkaar op verzoek van Goodwin om te spreken over fusiemogelijkheden. Tussen januari en maart toonde Botin van Santander interesse voor ABN Amro's Braziliaanse dochter Banco Real. Groenink heeft deze avances uiteindelijk afgewezen. Hij stortte zich eerst op een deal met ING en koos, toen dat mislukte, voor Barclays. Daarmee schoffeerde hij Botin en Goodwin, de koning van de Spaanse bankwereld en een schot die in het jaar 2000 een huzarenstukje uithaalde. Goodwin slokte zijn Britse rivaal Natwest op, een bank die destijds drie maal zo groot was als Royal Bank of Scotland.

Voeg daarbij graaf Maurice Lippens. De president-commissaris van Fortis zorgde er in 1998 persoonlijk voor dat een als hooghartig ervaren bod van ABN Amro op de Belgische rechtsvoorganger van Fortis mislukte.

Een Spaanse macho, een koppige Schot en een gekrenkte Belgische graaf. Dat kan belangrijker zijn voor het lot van ABN Amro dan de scherpste financiële analyse.