10/12/2008
Zware kritiek op Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling
Groen!-Europarlementslid Bart Staes vraagt een dringende financiële audit van de Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling. 'De stichting, die zich bedient van overheidsgeld, dreigt de sector de doodsteek te geven.' De Europese Commissie voert een onderzoek naar concurrentievervalsing. De Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling (SDVO) werd opgericht in 2004. 'Dat gebeurde met de steun van Renaat Landuyt en Johan Vande Lanotte (beiden SP.A)', zegt Bart Staes. 'Het doel was reders te begeleiden bij de overschakeling naar duurzame visserij. Maar in werkelijkheid heeft de SDVO zich ontwikkeld tot een gesloten clubje van zakenlui die handelen uit eigenbelang, en die de macht over de sector in handen willen houden.' De kritiek van Staes is niet mals. 'De werking van SDVO is totaal niet transparant. De stichting publiceert géén jaarverslagen en weigert om aan welke politicus ook verantwoording af te leggen. Dankzij intens lobbywerk van de Knokse advocaat André Vanquathem - geen onbekende in de visserijsector - kreeg de SDVO een gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing, wat haar jaarlijks 2 miljoen euro oplevert. Met dat geld moet ze de reders bijspringen. Maar uit een document blijkt dat ze bijna de helft van haar vermogen - 3,7 miljoen euro van in totaal 7,8 miljoen euro aan eigen vermogen - aanwendt voor beleggingen.' 'Bovendien commercialiseert de SDVO haar proefprojecten, zoals haar nieuwe mosselproject dat afgelopen zomert leidde tot een mosseloorlog. Ze deed daarmee aan pure marktverstoring. Bovendien houdt de SDVO de resultaten van haar onderzoek in de Noordzee geheim. Er loopt een klacht bij de Europese Commissie wegens concurrentievervalsing.'
5/12/2008
Nominaties Sporttrofeeën Knokke-Heist
Op de gemeentelijke Sportdienst in Knokke-Heist werden reeds heel wat kandidaturen ontvangen voor de sporttrofeeën 2008 en voor de toekenning van medailles voor sportverdienste. De preselectieraad kan nu aan de slag om de aanvragen te onderzoeken en eventueel ook nog kandidaten toe te voegen en vervolgens aan de raad van bestuur van de Sportraad een concreet voorstel te doen. De raad van bestuur van de Sportraad komt op zaterdag 3 januari bijeen om de uiteindelijke beslissing te nemen. Op zaterdag 14 februari volgt dan de officiële uitreiking van deze trofeeën, samen met de uitreiking van de sportharten en de huldiging van de sportkids 2008 in de Magrittezaal van het Casino. Aansluitend gaat dan in de grote zaal de Nacht van de Sport door.
Hieronder de voorlopige lijst van kandidaten:
SPORTVROUW
nog geen
SPORTMAN
BOUSSEMAERE Roland ( Marathonteam Knokke-Heist)
DE MEYER FREDDY ( Marathonteam Knokke-Heist)
DE MULDER Jan ( Marathonteam Knokke-Heist)
LIERMAN Roger (KKBC Zanzibar)
SEY Barry (Wacky Racers)
SONCK Koen (RBSC Duinbergen)
STORME Geert (Sint Elooiruiters Westkapelle)
VANDE LANGERYT PIERRE ( Jogclub Oostkust)
VERPLAETSE FRANKY ( Westkapelse Darts Vereniging)
SPORTCLUB
CASINO TEAM
JUDOCENTRUM KNOKKE
JU-JITSU KUO LUNG HEIST
KFC HEIST
SINT-ELOOIRUITERS WESTKAPELLE
TC DUINBERGEN
WACKY RACERS
WESTKAPELSE DARTSVERENIGING
BELOFTEVOLLE JONGERE
ACKAERT GWENDOLINE( Men-Team Ramskapelle)
DE BAENE Tim (Koninklijke Brugse Velosport)
DECOSTER Louis (Koninklijke Brugse Velosport)
DEDEENE Margaux (Gym Knokke-Heist)
DESCAMPS MATILDE (Gym Knokke-Heist)
FASTRE Adonia (Thai Box Club Sportschool Rocky Gym)
MANKIYAN Elise (Brugse Zwemkring)
MANKIYAN Margot (Brugse Zwemkring)
T'JONCK MAXIME ( Ju-Jitsu Kuo Lung Heist)
LAUREAAT VAN SPORTVERDIENSTE
VERPLAETSE FRANKY (Westkapelse Darts Vereniging)
GOUDEN MEDAILLE VAN SPORTVERDIENSTE
DE VLAMYNCK Gerard
NAETS Hedwige
STORME Godfried
THIEL Robert
ZILVEREN MEDAILLE VAN SPORTVERDIENSTE
DELACOURT Ronnie
DEVRIENDT Herman
DUPON Geert
Hieronder de voorlopige lijst van kandidaten:
SPORTVROUW
nog geen
SPORTMAN
BOUSSEMAERE Roland ( Marathonteam Knokke-Heist)
DE MEYER FREDDY ( Marathonteam Knokke-Heist)
DE MULDER Jan ( Marathonteam Knokke-Heist)
LIERMAN Roger (KKBC Zanzibar)
SEY Barry (Wacky Racers)
SONCK Koen (RBSC Duinbergen)
STORME Geert (Sint Elooiruiters Westkapelle)
VANDE LANGERYT PIERRE ( Jogclub Oostkust)
VERPLAETSE FRANKY ( Westkapelse Darts Vereniging)
SPORTCLUB
CASINO TEAM
JUDOCENTRUM KNOKKE
JU-JITSU KUO LUNG HEIST
KFC HEIST
SINT-ELOOIRUITERS WESTKAPELLE
TC DUINBERGEN
WACKY RACERS
WESTKAPELSE DARTSVERENIGING
BELOFTEVOLLE JONGERE
ACKAERT GWENDOLINE( Men-Team Ramskapelle)
DE BAENE Tim (Koninklijke Brugse Velosport)
DECOSTER Louis (Koninklijke Brugse Velosport)
DEDEENE Margaux (Gym Knokke-Heist)
DESCAMPS MATILDE (Gym Knokke-Heist)
FASTRE Adonia (Thai Box Club Sportschool Rocky Gym)
MANKIYAN Elise (Brugse Zwemkring)
MANKIYAN Margot (Brugse Zwemkring)
T'JONCK MAXIME ( Ju-Jitsu Kuo Lung Heist)
LAUREAAT VAN SPORTVERDIENSTE
VERPLAETSE FRANKY (Westkapelse Darts Vereniging)
GOUDEN MEDAILLE VAN SPORTVERDIENSTE
DE VLAMYNCK Gerard
NAETS Hedwige
STORME Godfried
THIEL Robert
ZILVEREN MEDAILLE VAN SPORTVERDIENSTE
DELACOURT Ronnie
DEVRIENDT Herman
DUPON Geert
28/11/2008
Recente geschiedenis Paardenmarkt zandbank
De eerste kaart is van 1985 en toont de diepten op de Paardenmarkt die in feite een grote zandbank is . Nu 18 jaar later in 2003 toont de 2 de kaart de Paardenmarkt en wat ziet men dat de zandbank in feite toegenomen is met op sommige plaatsen met meer dan een meter. Waar er vroeger 4,1 meter water stond nu nog 2,9 meter, aldus Daniel Serie. Recente dieptes zijn niet bekend, maar ongetwijfel is de huidige toestand nog een stuk erger. Conclusie is dat de Paardenmarkt in de lange toekomst volledig zal droog komen te vallen en dat de opspuiting enkel dit proces zal versnellen. Enkel nog aan de Appelzak zal men nog een geul hebben die waarschijnlijk ook zal toeslibben als de Paardenmarkt droogvalt. Iedereen weet dat bij het bouwen van de éérste havendam in 1900 er iedereen ervan overtuigd was dat de haven zou verzanden wat dan ook gedeeltelijk uitkwam. Door de Claire- voie aan te brengen en het vele baggeren werd de toegangsgeul op diepte gehouden, na het verdwijnen van de Claire- voie nam het toeslibben toe, maar waren de baggertechnieken zodanig verbeter dat men de toegangsgeul kon op diepte houden. Als je ziet dat de zandbank op de zelfde hoogte ligt van de kromming van de oostelijke strekdam moeten de ingenieurs indertijd hebben geweten dat het strand van Heist en Duinbergen en veel later ook Knokke zou verzanden door het bouwen van de dam.
Zo is de mening van vele oude vissers dat indien men de gehele Oostkust wil behoeden van dit rampscenario het wegbaggeren de enige oplossing is om Knokke-Heist als badstad te behouden.
Zo is de mening van vele oude vissers dat indien men de gehele Oostkust wil behoeden van dit rampscenario het wegbaggeren de enige oplossing is om Knokke-Heist als badstad te behouden.
25/11/2008
Willemsfondsdictee
Aan het traditionele Willemsfondsdictee, in samenwerking met de openbare bibliotheek, namen in Knokke-Heist 33 leerlingen uit alle netten en deelgemeenten deel. Enkele spellingvirtuozen, maar evengoed jongelui zonder taalcomplexen, wetende dat hun aantal fouten strikt vertrouwelijk blijft. En aangezien deelnemen belangrijker is dan winnen, kreeg iedereen een boekenbon en/of een andere prijs. Dit waren de eerste 10 gerangschikten in elke categorie:
5de - 6de leerjaar basisschool
1 Caroline Cleynen
2 Xavier Van Belleghem
3 Babette Claes
3 Jarno Maertens
5 Mare Cattoor
6 Lisa Verbouw
7 Julie Beausaert
8 Sofie Dhondt
9 Méghane Samyn
10 Céline Claeys
5de - 6de leerjaar basisschool
1 Caroline Cleynen
2 Xavier Van Belleghem
3 Babette Claes
3 Jarno Maertens
5 Mare Cattoor
6 Lisa Verbouw
7 Julie Beausaert
8 Sofie Dhondt
9 Méghane Samyn
10 Céline Claeys
1ste - 4de middelbaar
1 Laurie Samyn
2 Alin Verheye
3 Evy Waeyaert
4 Jan Claeys
5 Lieselot Decorte
6 Kim Vanhaelemeersch
7 Bo De Baene
8 Bo Deruddere
9 Sofie Coppens
10 Kelly Parein
10 Arno Van Herbruggen
1 Laurie Samyn
2 Alin Verheye
3 Evy Waeyaert
4 Jan Claeys
5 Lieselot Decorte
6 Kim Vanhaelemeersch
7 Bo De Baene
8 Bo Deruddere
9 Sofie Coppens
10 Kelly Parein
10 Arno Van Herbruggen
21/11/2008
Nieuwe bestemming voor TV-eiland
Er komt schot in de plannen om het voormalige REM-eiland een definitieve plek te geven. Het eiland werd in de zomer van 1964 gebruikt voor de uitzending van Radio en TV Noordzee op kanaal 11 UHF. Die uitzendingen waren met een richtantenne ook in Knokke-Heist te ontvangen. Nadat in 2006 dit platform van de internationale wateren werd gehaald, dachten velen dat de sloop in Vlissingen zou volgen. In werkelijkheid is de constructie er opgeslagen in afwachting van verdere plannen. De nieuwe eigenaar is de Amsterdamse woningstichting ‘De Key’. Deze onderneming houdt zich ondermeer in Amsterdam West bezig met renovatie en het plaatsen van nieuwbouw. Dit stadsgedeelte zal de komende jaren dan ook erg gaan groeien.Het platform van het voormalige REM-eiland bestaat uit drie verdiepingen. Twee ervan zijn voorbestemd als horeca-onderneming. Een visrestaurant zal er een onderkomen krijgen. Voor de eerste verdieping is er een andere bestemming voorzien. Voor de inrichting van de eerste verdieping is ‘De Key’ in zee gegaan met de Hoge School Amsterdam, waar studenten van de afdeling Minor Management van Creativiteit en Innovatie gevraagd zijn verschillende concepten te verzinnen. Gezien de historiek is bij een van de concepten het idee gelanceerd om gedurende een of twee jaar deze verdieping een museumfunctie te geven. Over de precieze invulling wordt momenteel volop gepraat met diverse mensen. Er is in ieder geval meer dan voldoende materiaal beschikbaar, zowel qua beeld als geluid als van tastbare voorwerpen.
27/10/2008
Einde lijnvluchten binnen Nederland brengt luchthaven Knokke in herinnering
Met vlucht KL 1718 van Maastricht naar Amsterdam van 25 oktober werd het tijdperk van binnenlands lijndienstverkeer in Nederland afgesloten. Er is nu geen onderneming meer die binnen Nederland nog passagiers op lijndiensten vervoert. KLM maakte bekend, overigens geruime tijd voordat de kredietcrises zich aandiende, dat Amsterdam-Maastricht vice versa economisch niet meer rendabel is. Toch werden op deze route, met drie vluchten per dag, jaarlijks zo’n 55.000 passagiers vervoerd. Volgens woordvoerder Mark Keulers van MAA was stopzetting absoluut niet nodig. „Enkele jaren geleden lag het aantal passagiers zelfs op 90.000. Toen vloog KLM cityhopper nog vijf keer per dag op en neer, waardoor zakenmensen veel meer keus uit aansluitingen op Schiphol hadden.” De eerste (KLM-)lijndienst binnen Nederland startte op 1 juli 1931 tussen Rotterdam en Haamstede. Kort daarna werd dit traject doorgetrokken naar Vlissingen, Knokke en Amsterdam.
24/10/2008
Knokke-Heist doorstaat aandelencrisis
In een interpellatie heeft Open-VLD raadslid Frank Naert meer toelichting gevraagd over de vaste activa bij de gemeente Knokke-Heist. Hij deed dat in het licht van de huidige aandelencrisis en de dreigende recessie. Burgemeester Lippens gaf vervolgens zeer uitvoerig lezing van de toestand van de gemeente. Het geld van de gemeente ligt voor zo’n 21 miljoen euro in bedrijven die niet beursgenoteerd zijn zoals de energieintercommunales Imewo en Finiwo en de Gemeentelijke Holding. Daarnaast bezit de gemeente nog 3,3 miljoe euro Dexia certificaten. Die heeft de badstad acht jaar geleden gekregen als aandeelhouder van de gemeentelijke holding. Nu verkopen zou uiteraard niet interessant zijn. Wat de weerslag zal zijn op de dividenden is volgens Lippens niet te voorzien. Men verwacht zich aan een lagere inkomst. Daarom zal uit alle voorzorg geen rekening gehouden worden met de mogelijke dividenden bij het opmaken van de begroting voor volgend jaar, aldus nog burgemeester Lippens. Er zal verder zuinig worden bestuurd.
Hier volgt in extenso het antwoord van burgemeester Lippens:
Het grootste gedeelte van de deelnemingen zijn deelnemingen in de energieintercommunale IMEWO (17.915.380,47 €)en FINIWO (1.025.398,34 €). Dat zijn geen deelnemingen in beursgenoteerde bedrijven, maar in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor het beheer van de energiedistributie.
In verband met de deelnemingen in de financiële sector zijn er deelnemingen in de Gemeentelijke Holding (2.034.490,79 €) en Dexia certificaten (3.283.267,51 €).
De deelnemingen in de Gemeentelijke Holding zijn geen deelnemingen in een beursgenoteerd bedrijf. Daarbij komt dat de Gemeentelijke Holding niet alleen deelnemingen heeft in de Dexia Bank maar ook in andere sectoren zoals energietransport en andere sectoren die een redelijk rendement opleveren. In verband met de Dexia certificaten dient gewezen op het feit dat in 2000 de gemeente als aandeelhouder van de gemeentelijke holding certificaten van Dexia-aandelen heeft bekomen (verhouding 9 certificaten van Dexia-aandelen voor 1 aandeel gemeentelijke holding). De waarde van een certificaat werd vastgesteld op 19,05 €/aandeel. Deze aandelen kunnen via een interne markt tussen de gemeenten verhandeld worden en eventueel in aandelen worden omgezet, die dan vervolgens op de beurs verkocht worden. De gemeente heeft hiervoor geen eigen middelen moeten aanspreken of inbrengen. De boeking van de Dexia-certificaten is verlopen zoals voorzien in de omzendbrief BA/2001/01Van Johan Sauwens: een inschrijving onder de financiële vaste activa en een verkregen gift onder de passiva. Nu is de waarde van het Dexia-aandeel 6,74 €. Zolang de aandelen niet verkocht worden dient er geen minwaarde geboekt en zelf in geval van verkoop blijft het boekhoudkundig neutraal omdat de verkregen gift met hetzelfde bedrag verminderd zal worden. Nu verkopen zal budgettair en financieel niet interessant zijn, de gemeente zal minder ontvangen. Er is daar ook geen behoefte aan. De certificaten waren bedoeld als reserve om toekomstige pensoenbehoeften op te vangen. Het is goed mogelijk dat binnen een drietal jaar de waarde gelijk zal zijn aan de huidige boekwaarde.
Daarnaast heeft de gemeente nog deelnemingen in De Lijn, CEVI en WVI.
Wat de weerslag zal zijn op de dividenden is niet te voorzien. Zoals de economische toestand evolueert en zolang de onrust op de financiële markten aanhoudt mag men zich verwachten aan een mindere opbrengst van de dividenden.
In verband met de deelnemingen in de financiële sector zijn er deelnemingen in de Gemeentelijke Holding (2.034.490,79 €) en Dexia certificaten (3.283.267,51 €).
De deelnemingen in de Gemeentelijke Holding zijn geen deelnemingen in een beursgenoteerd bedrijf. Daarbij komt dat de Gemeentelijke Holding niet alleen deelnemingen heeft in de Dexia Bank maar ook in andere sectoren zoals energietransport en andere sectoren die een redelijk rendement opleveren. In verband met de Dexia certificaten dient gewezen op het feit dat in 2000 de gemeente als aandeelhouder van de gemeentelijke holding certificaten van Dexia-aandelen heeft bekomen (verhouding 9 certificaten van Dexia-aandelen voor 1 aandeel gemeentelijke holding). De waarde van een certificaat werd vastgesteld op 19,05 €/aandeel. Deze aandelen kunnen via een interne markt tussen de gemeenten verhandeld worden en eventueel in aandelen worden omgezet, die dan vervolgens op de beurs verkocht worden. De gemeente heeft hiervoor geen eigen middelen moeten aanspreken of inbrengen. De boeking van de Dexia-certificaten is verlopen zoals voorzien in de omzendbrief BA/2001/01Van Johan Sauwens: een inschrijving onder de financiële vaste activa en een verkregen gift onder de passiva. Nu is de waarde van het Dexia-aandeel 6,74 €. Zolang de aandelen niet verkocht worden dient er geen minwaarde geboekt en zelf in geval van verkoop blijft het boekhoudkundig neutraal omdat de verkregen gift met hetzelfde bedrag verminderd zal worden. Nu verkopen zal budgettair en financieel niet interessant zijn, de gemeente zal minder ontvangen. Er is daar ook geen behoefte aan. De certificaten waren bedoeld als reserve om toekomstige pensoenbehoeften op te vangen. Het is goed mogelijk dat binnen een drietal jaar de waarde gelijk zal zijn aan de huidige boekwaarde.
Daarnaast heeft de gemeente nog deelnemingen in De Lijn, CEVI en WVI.
Wat de weerslag zal zijn op de dividenden is niet te voorzien. Zoals de economische toestand evolueert en zolang de onrust op de financiële markten aanhoudt mag men zich verwachten aan een mindere opbrengst van de dividenden.
16/10/2008
Harry Simon fighting fit and ready for the ring
VISITING hours at Walvis Bay Prison were as normal for the loved ones, family and close friends of inmates, who turned up to spend some precious time with them on Saturday.
One by one they are called from behind the ‘iron curtain’ and taken to their seat in a small reception room, where they proceed to exchange pleasantries under the watchful eye of the warden.I was there to shake the hand of someone ‘big’ - a celebrity forgotten and a national hero of world boxing. As if on queue someone yelled “Harry Simon”, and before I knew it, he was standing there before me.Harry was dressed in prison pants and a loose fitting, long sleeved, white cotton T-Shirt, which accentuated the muscles of his upper torso and shoulders. A severe allergic reaction to prison clothing worn close to his neck prevented him from wearing the required uniform. This aside, I couldn’t help noticing how good he looked. Physically, he is in top form; muscles well buffed, close shaved hair styled with a patterned front piece, and when he smiled, the glint of a gold crown on one of his front teeth managed to light up his face.Harry was not 100 percent at ease when we first sat across a table staring at each other. His eyes constantly darted around the room. Because of prison regulations, this was not an official interview, and any reference to life behind bars was strictly prohibited.In the short time we spent together, Harry focussed on his passion for boxing and the reason behind why he trains for three hours a day as well as following a special protein diet, in an attempt to keep his weight down and his fitness levels up. With nearly two years of prison life behind him, Harry hasn’t lost sight of his worth as Namibia’s first and only World Boxing Champion, and as such, is looking ahead to reviving his career, making a new start and reclaiming his iconic status as one of the most unbeatable fighters in the ring. A rigorous training regime has started to knock him into shape. Harry has two punching bags, and is pacing himself to reach a fitness level that will ensure he still delivers once he has the chance to put the gloves back on.By the time he steps out of prison, Harry Simon plans to be in fighting fit condition. It is believed that due to his good behaviour whilst serving his prison sentence, Simon might be a free man by mid November.From his childhood days as a street kid in Walvis Bay, to becoming one of the world’s biggest boxing sensations, the name Harry Simon remains etched in the minds and hearts of all boxing enthusiasts. His fan base continues to live on; from the inmates he shares his prison life with, to boxing moguls around the globe.Through nothing less than blood, sweat and tears, Simon rose to incredible stardom on 22 August 1998, claiming the World Boxing Championship title following a Sun City fight against Winky Wreight. But he was sadly stripped of his title under contentious circumstances – or as some have put it, as the result of an extremely “raw deal”. Notwithstanding the fact that Harry is in his 30s and has lost nearly two valuable years of his life in prison, he still plans to rise from the ashes to become the undisputed boxing champion of all time.It takes just one look at Harry to realise that the flame inside him is still burning brightly, and that the raw talent that drives this athletic genius could well pull it off.Prison has been a humbling experience, and Simon claims he is now a changed man, who wants to live out his dreams as a boxer and devote more time to his children. When asked who would be his first opponent if he was to enter the boxing ring again, Simon thought pensively for a while, before saying, “There are so many good fighters out there; it is a difficult choice.”What he did say, is that he wants to stage his first boxing tournament in Walvis Bay to honour the people of his home town, and give something back to everyone who has inspired and encouraged him whilst serving out his prison sentence.
One by one they are called from behind the ‘iron curtain’ and taken to their seat in a small reception room, where they proceed to exchange pleasantries under the watchful eye of the warden.I was there to shake the hand of someone ‘big’ - a celebrity forgotten and a national hero of world boxing. As if on queue someone yelled “Harry Simon”, and before I knew it, he was standing there before me.Harry was dressed in prison pants and a loose fitting, long sleeved, white cotton T-Shirt, which accentuated the muscles of his upper torso and shoulders. A severe allergic reaction to prison clothing worn close to his neck prevented him from wearing the required uniform. This aside, I couldn’t help noticing how good he looked. Physically, he is in top form; muscles well buffed, close shaved hair styled with a patterned front piece, and when he smiled, the glint of a gold crown on one of his front teeth managed to light up his face.Harry was not 100 percent at ease when we first sat across a table staring at each other. His eyes constantly darted around the room. Because of prison regulations, this was not an official interview, and any reference to life behind bars was strictly prohibited.In the short time we spent together, Harry focussed on his passion for boxing and the reason behind why he trains for three hours a day as well as following a special protein diet, in an attempt to keep his weight down and his fitness levels up. With nearly two years of prison life behind him, Harry hasn’t lost sight of his worth as Namibia’s first and only World Boxing Champion, and as such, is looking ahead to reviving his career, making a new start and reclaiming his iconic status as one of the most unbeatable fighters in the ring. A rigorous training regime has started to knock him into shape. Harry has two punching bags, and is pacing himself to reach a fitness level that will ensure he still delivers once he has the chance to put the gloves back on.By the time he steps out of prison, Harry Simon plans to be in fighting fit condition. It is believed that due to his good behaviour whilst serving his prison sentence, Simon might be a free man by mid November.From his childhood days as a street kid in Walvis Bay, to becoming one of the world’s biggest boxing sensations, the name Harry Simon remains etched in the minds and hearts of all boxing enthusiasts. His fan base continues to live on; from the inmates he shares his prison life with, to boxing moguls around the globe.Through nothing less than blood, sweat and tears, Simon rose to incredible stardom on 22 August 1998, claiming the World Boxing Championship title following a Sun City fight against Winky Wreight. But he was sadly stripped of his title under contentious circumstances – or as some have put it, as the result of an extremely “raw deal”. Notwithstanding the fact that Harry is in his 30s and has lost nearly two valuable years of his life in prison, he still plans to rise from the ashes to become the undisputed boxing champion of all time.It takes just one look at Harry to realise that the flame inside him is still burning brightly, and that the raw talent that drives this athletic genius could well pull it off.Prison has been a humbling experience, and Simon claims he is now a changed man, who wants to live out his dreams as a boxer and devote more time to his children. When asked who would be his first opponent if he was to enter the boxing ring again, Simon thought pensively for a while, before saying, “There are so many good fighters out there; it is a difficult choice.”What he did say, is that he wants to stage his first boxing tournament in Walvis Bay to honour the people of his home town, and give something back to everyone who has inspired and encouraged him whilst serving out his prison sentence.
5/10/2008
Flemish coastline: Golden shores
The Independent By Harriet O'Brien
The golden sands seem to stretch on forever, disappearing into a dreamy haze in the distance. The sea is a dramatic arena of moving colour, rapidly fluctuating from bright sparkling blue in the sunshine to an almost amethyst hue as the sky becomes overcast. And as the clouds clear again, the breeze whips up small white waves that sashay across the ever-changing shades of this seascape. It's an autumn outlook, but whatever the season, the view from the Promenade of De Haan on the coast of Flanders is entrancing. Elsewhere along the carpet of fine beaches bordering the north-west edge of Flanders, the scenery is just as enticing. This much-loved playground of the Belgians is divided into 14 resorts, each attracting a different clientele. Today, even though these resorts are just a few kilometres apart, the distinctive character and appeal of each has been proudly retained. Getting from one resort to another couldn't be easier, nor more enjoyable. The world's prettiest tram service operates from one end of the 70km coast to the other.
The Kusttram runs every 10 minutes in summer and every 20 minutes in winter. A full journey with 70 stops takes two and a quarter hours, while short hops can whisk you from port to beach to dune in minutes. There's also a scenic cycling trail through the area, leading you along the seafront in some parts while in others you ride through villages and past cow-grazed fields of land reclaimed from the sea. Nature remains very much a respected feature of this coastal region and a number of reserves have been zealously protected. The resort of De Panne, at the far western end of the coast, is particularly famous for two areas of wild. Bordering France, the Westhoek reserve is a magical sector of open dune landscape, wild grasses and great bird life. It backs on to the west end of De Panne, whose exceptionally wide beach is a haven for sand yachters. On the other side of the town you'll find Houtsaegerduinen. Don't struggle too hard to pronounce it, just go there: this impressive area of dunes is covered in rich vegetation and supports the likes of nightingales, willow warblers and crested newts.
Further east, there are more reserves at Koksijde-Oostduinkerke, including the tallest dune of the coast, the 33m-high Hoge Blekker. During the summer, off the beach at Oostduinkerke, you may see farmers fishing for shrimps on horseback: the horse wades through the sea pulling a net and the farmer hauls the catch into baskets on either side of the animal's back. East again, Nieuwpoort remains a fishing centre, as well as having developed into a very family-friendly resort; presenting a huge choice of boat trips, surfing, wave-carting and more during summer.
Nearby Blankenberge, with its food stalls, shops and buzzing promenade, is the place to go for a party. It lies between the coast's two most striking and up-scale resorts, De Haan and Knokke-Heist.
For old-time charm and quiet, head to De Haan. This is a perfectly conserved village, devised as an ideal resort between the late 1890s and about 1912. Building regulations were stringent: each residence had to be surrounded by gardens about two-thirds the extent of the house; and essentially the architectural modes of the day had to be followed, with most of the resulting properties either built in Art Deco style or with the mock-Tudor looks of the Anglo-Norman school of the time. It was – and still is – a refined resort, attracting genteel and distinguished visitors, including Albert Einstein who lived here for six months in 1933. There's a seated bronze statue of him at the end of the pretty avenue of Normandielaan. Today, De Haan retains a timeless elegance. There are no tall buildings and even at the height of summer it's a peaceful place, the 2km shoreline promenade remains wonderfully uncrowded.
Knokke-Heist, further east near the border with the Netherlands, is in an altogether different league. This is the St-Tropez of Belgium. The cool crowd comes here to be seen, the fashion aficionados to shop, while the super-rich spend weekends at their fabulous villas. Take a walk or drive around the streets radiating from Zoutelaan by the Royal Zoute Golf Club and you'll pass stunningly designed properties set behind beautiful gateways and lush hedges. Further into the town centre, Lippenslaan and Kustlaan are the principal shopping streets. Concentrate on Kustlaan and keep moving east: as you reach the Het Zoute area you'll see the cars and shops becoming more exclusive, more sophisticated, a Ferrari here, outlets of Olivier Strelli and Prada there. On this street and along Het Zoute promenade, or Zeedijk, you'll find some of the most exciting of Knokke-Heist's 50 or so modern art galleries: Guy Pieters, featuring works by cutting-edge artist Wim Delvoye is at Kustlaan 279; sleek Samuel Vanhoegaerden Gallery is at Zeedijk 720. Food is a real treat in Knokke-Heist, with fresh seafood a regional speciality. To try one of the town's three Michelin-starred restaurants, make for Jardin Tropical at Zwaluwenlaan 12 (00 32 50 610 798; www.jardintropical. be). Hopes are high that innovative young chef Frederik Deceuninck will win Knokke-Heist another star with his creations for Sel Gris at Zeedijk 314 (00 32 50 51 49 37; www.restaurantselgris.be). Reflecting the western end of the coast, Knokke-Heist is set beside a nature reserve that borders the Netherlands. Het Zwin is stunning and is particularly famous for its population of storks.
So, sated with food, fresh air and splendid sights, where do you lay your head? Some of the coast's finest accommodation is in the east. In De Haan, Manoir Carpe Diem at Prins Karellaan 12 is an enchanting boutique hotel with log fires, antiques and 15 charming bedrooms, as well as a swimming pool in the ample gardens (00 32 59 23 32 20; www.manoircarpediem .com; doubles from €135/£112 including breakfast). For a stylish B&B option, book into De Haan's Zonnehuis at Normandielaan 20 with four bedrooms, bikes to borrow and a swimming pool in the beautifully devised gardens (00 32 475 71 98 65; www.zonnehuis-dehaan.be; doubles from €125/£105 including breakfast). Over in Knokke-Heist, Manoir du Dragon at Albertlaan 73 is a lovely Twenties manor house near the Royal Zoute Golf Club. It has 16 bedrooms and wonderfully devised gardens (00 32 50 63 05 80; www.manoirdudragon.be; doubles from €220/£183 including breakfast). If you're on a tighter budget but still want to stay somewhere stylish, make for Knokke-Heist's great value Hotel Binnenhof at Jozef Nellenslaan 156, close to the casino and to the promenade along Albert beach (00 32 50 62 55 51;; doubles from €90/£75, including breakfast). For more information visit www.flemishcoast.co.uk; http://www.visitflanders.co.uk/
Getting there and getting around
By sea, there are two leading gateways for Flanders: Dunkirk, which is just across the border in France, is served by Norfolkline ferries (0870 870 1020; www.norfolkline.com) from Dover; and Zeebrugge, north-west of Bruges, served by P&O North Sea Ferries (0870 129 6003; www.ponsf.com) from Hull. By air, Antwerp is linked from London City and Manchester by VLM (0871 666 5050; www.flyvlm.com). Brussels has links from airports across the UK. From Brussels National airport, a direct train runs to Ghent, Bruges and Ostend, while easy connections are available in the capital to other destinations in Flanders. In normal circumstances Eurostar (08705 186 186; www.eurostar.com) will whisk you from London to Brussels Midi in under two hours. Tickets start at £59 return, and are valid to any station in Belgium. Brussels offers fast and frequent connections to Ostend via Ghent and Brussels, to Antwerp via Mechelen and to Leuven. The coastal tram line (Kusttram) is paralleled by a picturesque road that stays close to the shore, with a faster motorway a short way inland. Because Flanders is so accessible by ferry, motoring is a good way to see the region; distances are relatively small, and motorways connect urban cities. Cities, though, preserve their character by closing many streets to motor vehicles, so you are advised to park up and explore on foot. The region has reliable regular-interval trains connecting cities, towns and villages. They are supplemented by buses operated by De Lijn, whose schedules are dovetailed with train timetables. At larger railway stations, bicycles are often available to rent.
The Kusttram runs every 10 minutes in summer and every 20 minutes in winter. A full journey with 70 stops takes two and a quarter hours, while short hops can whisk you from port to beach to dune in minutes. There's also a scenic cycling trail through the area, leading you along the seafront in some parts while in others you ride through villages and past cow-grazed fields of land reclaimed from the sea. Nature remains very much a respected feature of this coastal region and a number of reserves have been zealously protected. The resort of De Panne, at the far western end of the coast, is particularly famous for two areas of wild. Bordering France, the Westhoek reserve is a magical sector of open dune landscape, wild grasses and great bird life. It backs on to the west end of De Panne, whose exceptionally wide beach is a haven for sand yachters. On the other side of the town you'll find Houtsaegerduinen. Don't struggle too hard to pronounce it, just go there: this impressive area of dunes is covered in rich vegetation and supports the likes of nightingales, willow warblers and crested newts.
Further east, there are more reserves at Koksijde-Oostduinkerke, including the tallest dune of the coast, the 33m-high Hoge Blekker. During the summer, off the beach at Oostduinkerke, you may see farmers fishing for shrimps on horseback: the horse wades through the sea pulling a net and the farmer hauls the catch into baskets on either side of the animal's back. East again, Nieuwpoort remains a fishing centre, as well as having developed into a very family-friendly resort; presenting a huge choice of boat trips, surfing, wave-carting and more during summer.
Nearby Blankenberge, with its food stalls, shops and buzzing promenade, is the place to go for a party. It lies between the coast's two most striking and up-scale resorts, De Haan and Knokke-Heist.
For old-time charm and quiet, head to De Haan. This is a perfectly conserved village, devised as an ideal resort between the late 1890s and about 1912. Building regulations were stringent: each residence had to be surrounded by gardens about two-thirds the extent of the house; and essentially the architectural modes of the day had to be followed, with most of the resulting properties either built in Art Deco style or with the mock-Tudor looks of the Anglo-Norman school of the time. It was – and still is – a refined resort, attracting genteel and distinguished visitors, including Albert Einstein who lived here for six months in 1933. There's a seated bronze statue of him at the end of the pretty avenue of Normandielaan. Today, De Haan retains a timeless elegance. There are no tall buildings and even at the height of summer it's a peaceful place, the 2km shoreline promenade remains wonderfully uncrowded.
Knokke-Heist, further east near the border with the Netherlands, is in an altogether different league. This is the St-Tropez of Belgium. The cool crowd comes here to be seen, the fashion aficionados to shop, while the super-rich spend weekends at their fabulous villas. Take a walk or drive around the streets radiating from Zoutelaan by the Royal Zoute Golf Club and you'll pass stunningly designed properties set behind beautiful gateways and lush hedges. Further into the town centre, Lippenslaan and Kustlaan are the principal shopping streets. Concentrate on Kustlaan and keep moving east: as you reach the Het Zoute area you'll see the cars and shops becoming more exclusive, more sophisticated, a Ferrari here, outlets of Olivier Strelli and Prada there. On this street and along Het Zoute promenade, or Zeedijk, you'll find some of the most exciting of Knokke-Heist's 50 or so modern art galleries: Guy Pieters, featuring works by cutting-edge artist Wim Delvoye is at Kustlaan 279; sleek Samuel Vanhoegaerden Gallery is at Zeedijk 720. Food is a real treat in Knokke-Heist, with fresh seafood a regional speciality. To try one of the town's three Michelin-starred restaurants, make for Jardin Tropical at Zwaluwenlaan 12 (00 32 50 610 798; www.jardintropical. be). Hopes are high that innovative young chef Frederik Deceuninck will win Knokke-Heist another star with his creations for Sel Gris at Zeedijk 314 (00 32 50 51 49 37; www.restaurantselgris.be). Reflecting the western end of the coast, Knokke-Heist is set beside a nature reserve that borders the Netherlands. Het Zwin is stunning and is particularly famous for its population of storks.
So, sated with food, fresh air and splendid sights, where do you lay your head? Some of the coast's finest accommodation is in the east. In De Haan, Manoir Carpe Diem at Prins Karellaan 12 is an enchanting boutique hotel with log fires, antiques and 15 charming bedrooms, as well as a swimming pool in the ample gardens (00 32 59 23 32 20; www.manoircarpediem .com; doubles from €135/£112 including breakfast). For a stylish B&B option, book into De Haan's Zonnehuis at Normandielaan 20 with four bedrooms, bikes to borrow and a swimming pool in the beautifully devised gardens (00 32 475 71 98 65; www.zonnehuis-dehaan.be; doubles from €125/£105 including breakfast). Over in Knokke-Heist, Manoir du Dragon at Albertlaan 73 is a lovely Twenties manor house near the Royal Zoute Golf Club. It has 16 bedrooms and wonderfully devised gardens (00 32 50 63 05 80; www.manoirdudragon.be; doubles from €220/£183 including breakfast). If you're on a tighter budget but still want to stay somewhere stylish, make for Knokke-Heist's great value Hotel Binnenhof at Jozef Nellenslaan 156, close to the casino and to the promenade along Albert beach (00 32 50 62 55 51;; doubles from €90/£75, including breakfast). For more information visit www.flemishcoast.co.uk; http://www.visitflanders.co.uk/
Getting there and getting around
By sea, there are two leading gateways for Flanders: Dunkirk, which is just across the border in France, is served by Norfolkline ferries (0870 870 1020; www.norfolkline.com) from Dover; and Zeebrugge, north-west of Bruges, served by P&O North Sea Ferries (0870 129 6003; www.ponsf.com) from Hull. By air, Antwerp is linked from London City and Manchester by VLM (0871 666 5050; www.flyvlm.com). Brussels has links from airports across the UK. From Brussels National airport, a direct train runs to Ghent, Bruges and Ostend, while easy connections are available in the capital to other destinations in Flanders. In normal circumstances Eurostar (08705 186 186; www.eurostar.com) will whisk you from London to Brussels Midi in under two hours. Tickets start at £59 return, and are valid to any station in Belgium. Brussels offers fast and frequent connections to Ostend via Ghent and Brussels, to Antwerp via Mechelen and to Leuven. The coastal tram line (Kusttram) is paralleled by a picturesque road that stays close to the shore, with a faster motorway a short way inland. Because Flanders is so accessible by ferry, motoring is a good way to see the region; distances are relatively small, and motorways connect urban cities. Cities, though, preserve their character by closing many streets to motor vehicles, so you are advised to park up and explore on foot. The region has reliable regular-interval trains connecting cities, towns and villages. They are supplemented by buses operated by De Lijn, whose schedules are dovetailed with train timetables. At larger railway stations, bicycles are often available to rent.
3/10/2008
Dinsdag bezoekt Beatrix Sluis
Veel inwoners van West Zeeuws-Vlaanderen zien uit naar dinsdag. Dan is het in Breskens, Groede, Cadzand-Bad en Sluis even een mini-Koninginnedag. Koningin Beatrix komt voor een werkbezoek naar de regio. Ook heel wat Knokke-Heistenaars willen een glimp van de Nederlandse koningin opvangen. Tijdens het werkbezoek gaat het de koningin vooral om de inhoud, maar de ontvangende plaatsen doen altijd hun best de vorstin feestelijk te ontvangen. Breskens is de eerste plaats die koningin Beatrix aandoet. Zij arriveert om 10.30 uur op de Keerdam bij de haven van het Westerscheldedorp. De commissaris van de Koningin in Zeeland, Peijs, en burgemeester Sala van de gemeente Sluis, heten haar daar welkom. Tijdens een wandeling langs de haven krijgt de koningin informatie over de ontwikkeling van Breskens na de opening van de Westerscheldetunnel. Sinds de komst van de tunnel vaart er geen autopont meer tussen Breskens en Vlissingen. Er is alleen nog een ferry voor voetgangers en fietsers. Breskens is daardoor meer in een uithoek komen te liggen. De gemeente Sluis staat sindsdien voor de uitdaging Breskens toch aantrekkelijk te houden voor bewoners, toeristen en ondernemers. Een van de initiatieven is een plan waarmee de verbinding tussen de havens en het centrum moet verbeteren. Daarnaast wil Breskens zich ontwikkelen tot een internationale zeejachthaven. Het bezoek aan Breskens wordt afgesloten met een rondetafelgesprek over de ontwikkeling van Breskens. Dat gesprek vindt plaats in het bedrijfspand van Hall Spars & Rigging, een internationaal opererende mastenbouwer. De directie van het bedrijf is trots dat zij de koningin mag ontvangen en zal een korte rondleiding door het bedrijf geven. Daarna stapt de koningin in de bus naar Groede. Tijdens de rit naar het dorp krijgt zij uitleg over het Gebiedsplan Natuurlijk Vitaal dat de neerwaartse trend van vergrijzing, wegtrekkende bewoners en een lager voorzieningenniveau in de regio moet stoppen. In Groede maakt koningin Beatrix rond 12.45 uur een wandeling door het historisch Slijkstraatje naar de Markt. Dijkwandeling Aan het begin van de middag stapt de koningin weer in de bus. De bestemming is het aan de Noordzee gelegen Cadzand-Bad. Onderweg geeft commissaris van de Koningin Peijs een toelichting over de laatste ontwikkelingen op het gebied van veiligheid op en rond de Westerschelde en natuur en milieu. De bus stopt in Cadzand bij Hotel Noordzee. Vanaf daar maakt de koningin een wandeling over de dijk van het grensdorp. Als laatste bezoekt de koningin het fraaie vestingstadje Sluis. Om 15.30 uur arriveert zij er met haar gevolg bij het Belfort op de Groote Markt. In de burgemeesterskamer spreekt de koningin met een aantal mensen over de voor- en nadelen die een gemeente ondervindt op de grens met België. Grensoverschrijdende input vanuit Knokke-Heist lijkt niet waarschijnlijk. Op dit moment werd bij de gemeente alvast nog niemand uitgenodigd. Het streekbezoek eindigt rond 17.00 uur.
19/09/2008
Programma Bibliotheekweek Knokke-Heist
Vrijdag werd in Scharpoord het programma bekend gegeven van de bibliotheekweek die in de badstad loopt van 11 tot 19 oktober. Meteen wordt ook de 20ste verjaardag gevierd van de Mediatheek. De traditionele verwendag, bij de opening van de bibliotheekweek, bulkt van de activiteiten. Het plaatselijke jonge jazzensemble LABtrio bijt muzikaal de spits af. Vervolgens kan men terecht voor allerlei kookworkshops en knutselwerk tot praktische tips voor iedereen die beter wil filmen. Axl Peleman brengt een eigenwijze "History of Pop". Waarna een Muzikale Pappenheimersquiz op het programma staat. Op zaterdag 18 oktober is er ook de "grote boekenverkoop" in de hal van het Cultuurcentrum. Het volledige programma van de bibliotheekweek vind je hieronder:
Zaterdag 11 oktober: verwendag en 20 ste verjaardag Mediatheek
Programma Bibliotheek Scharpoord:
10 uur
Gezinstafel onder druk lezing door An Vandeputte.
Kookworkshop en knutselactiviteit voor kinderen
Praktische tips voor iedereen die film(en) de max vindt met Benoit De Clerck.
11 uur
Feestelijke muzikale opening door LABtrio. Dit jong jazztalent van eigen bodem behaalde in 2008 de eerste prijs bij Dexia Axion Classics en brengt
zowel eigen composities als bewerkingen. Tijdens de muziek wordt u culinair verwend met een drankje en (h)eerlijke hapjes verzorgd door Oxfam Wereldwinkel Knokke-Heist.
14 uur
Feestelijk dessertbuffet! Proevertje van de aan de wedstrijd deelnemende familiedessertjes
The History Of Pop door Axl PelemanOp een geheel eigen-wijze manier praat deze ervaringsdeskundige 100 jaar popmuziek aan elkaar. Het programma brengt muzikale anekdotes met zowel bekende als minder bekende popsongs. Een muzikale opfrisser en aanrader!
16 uur
Quiz: De Muzikale Pappenheimers!
3 teams uit Knokke-Heist, een BV of Bekende Knokke-Heistenaar spelen de Muzikale Pappenheimersquiz
met Kurt Van Eeghem als spelleider.
Doorlopend: wassen van autos door de verschillende jeugdbewegingen van Knokke-Heist.
In de namiddag: grimeren, ballonplooien, gebruik van spelmaterialen speel-o-theek.
Woensdag 15 oktober
15 16 uur
De dag van Marie door Lieselot Boone
Muziek- en theatervoorstelling geschikt voor kinderen van 2 tot 8 jaar.
Zaterdag 18 oktober
10 17 uur
Grote boekenverkoop in de hal van het Cultuurcentrum Scharpoord.´
Programma de Buze Filiaal Heist: 10 tot 12.30 uur
Bij een drankje leert Katia Cornelis u hoe u in een handomdraai aperitiefhapjes bereidt.Dina Desmidt geeft schoonmaaktips en maakt u vlekkenwijzer. Mensen die nog wat problemen hebben bij het gebruik van de computer worden bijgestaan door lesgever Noël Lefever. Voor de kinderen is er een voorleesuurtje gepland met mevr. Van Berendoncks.
Programma Bibliotheek Scharpoord:
10 uur
Gezinstafel onder druk lezing door An Vandeputte.
Kookworkshop en knutselactiviteit voor kinderen
Praktische tips voor iedereen die film(en) de max vindt met Benoit De Clerck.
11 uur
Feestelijke muzikale opening door LABtrio. Dit jong jazztalent van eigen bodem behaalde in 2008 de eerste prijs bij Dexia Axion Classics en brengt
zowel eigen composities als bewerkingen. Tijdens de muziek wordt u culinair verwend met een drankje en (h)eerlijke hapjes verzorgd door Oxfam Wereldwinkel Knokke-Heist.
14 uur
Feestelijk dessertbuffet! Proevertje van de aan de wedstrijd deelnemende familiedessertjes
The History Of Pop door Axl PelemanOp een geheel eigen-wijze manier praat deze ervaringsdeskundige 100 jaar popmuziek aan elkaar. Het programma brengt muzikale anekdotes met zowel bekende als minder bekende popsongs. Een muzikale opfrisser en aanrader!
16 uur
Quiz: De Muzikale Pappenheimers!
3 teams uit Knokke-Heist, een BV of Bekende Knokke-Heistenaar spelen de Muzikale Pappenheimersquiz
met Kurt Van Eeghem als spelleider.
Doorlopend: wassen van autos door de verschillende jeugdbewegingen van Knokke-Heist.
In de namiddag: grimeren, ballonplooien, gebruik van spelmaterialen speel-o-theek.
Woensdag 15 oktober
15 16 uur
De dag van Marie door Lieselot Boone
Muziek- en theatervoorstelling geschikt voor kinderen van 2 tot 8 jaar.
Zaterdag 18 oktober
10 17 uur
Grote boekenverkoop in de hal van het Cultuurcentrum Scharpoord.´
Programma de Buze Filiaal Heist: 10 tot 12.30 uur
Bij een drankje leert Katia Cornelis u hoe u in een handomdraai aperitiefhapjes bereidt.Dina Desmidt geeft schoonmaaktips en maakt u vlekkenwijzer. Mensen die nog wat problemen hebben bij het gebruik van de computer worden bijgestaan door lesgever Noël Lefever. Voor de kinderen is er een voorleesuurtje gepland met mevr. Van Berendoncks.
9/09/2008
Genomineerden Cultuurdrager 2008 bekend!
Wie wordt de opvolger van Gilbert Van Caillie. Dat is de hoofdvraag op het Cultuurgala op zaterdag 4 oktober in het Casino Knokke. Dit jaar dingen er vijf genomineerden mee naar de Cultuurdrager 2008. De komende weken brengen de leden van de Cultuurraad hun stem uit voor de laureaat 2008.
De vijf genomineerden:
Désiré Vercruysse en Jeannine Dewaegenaere
Désiré Vercruysse en Jeannine Dewaegenaere zijn de verenigingmensen uit Westkapelle. Altijd bezig en nooit thuis.
Het plaatselijke parochiecentrum t’Zaaltje is het grote gedachtengoed van Désiré. Sedert 1950 is hij aktief betrokken geweest bij de bouw als metselaar en later steeds aktief met de nodige klusjes en renovatie-projecten . Op heden is hij nog steeds aktief in het zaalcomitè . Hij is ook de stichter van KWB-westkapelle in 1953 en kreeg in 1978 de medaille voor cultuurverdienste . Sedert 1981 aktief lid in KBG /Okra Westkapelle .
Jeannine was in 1965 reeds KAV-voorzitster en in 1987 voorzitster van KBG . Zij is dit nog steeds.
Aktief in diverse verenigingen en de seniorenraad .Ook Zingend Samen is èèn van haar bezielende verenigingen .
Op Jeannine en Désiré mag je steeds beroep doen voor een klusje, motivatie, hulp en een woordje. Ze werken buiten de schijnwerpers en beschouwen dit als “normaal” . Kortom de stuwende krachten achter de schermen van menig lid en vernieuwende bestuursleden. Op naar de toekomst en het voortbestaan .
Laura Vantorre en Gerard De Vlieghe
Laura en Gerard zijn onafscheidelijk en zetten zich al een gans mensenleven in voor de medemens in talloze verenigingen. Dat zij bij het organiseren van activiteiten en bij problemen binnen de vereniging steeds zoeken naar oplossingen waar iedereen zich in kan vinden is hun leidraad. Dat zij bij dit zoeken, nachten wakker liggen is voor hen bijkomstig.
In hun niet aflatende inzet voor de gemeenschap zit een bescheidenheid die menig mensen raakt, waarbij ze zelf geen vragende partij zijn voor een “schouderklopje” maar die ze zelf meerdere malen uitdelen.
Dat Laura en Gerard de nominatie verdienen is als blijk van respect voor de “echte inzet” voor de “gewone mens” op een zeer bescheiden manier die hen siert. Iedereen weet wel wat ze doen maar vinden dit “normaal” net omdat Laura en Gerard zelf zo bescheiden zijn.
Een opsomming van hun levensloop binnen het verenigingsleven :
Laura Vantorre :
Als 14-jarige is Laura kajotster bij de KAJ, waarbij ze na haar studies bestuurslid werd. Dit is de start van een langdurige inzet binnen het verenigingsleven.
Bij haar huwelijk, dit jaar 50 jaar geleden, trad ze toe bij de KAV, waarvan ze nu reeds
15 jaar als bestuurslid (kernlid) actief is. Zij is sinds vele jaren medewerkster van Nyamaséké. Daarnaast is zij sinds jaren lid het Davidsfonds, eerste te Heist, waar ze jaren deel uitmaakte van het bestuur en dat nu verder bestaat te Westkapelle.
Tevens is zij reeds meerdere jaren bestuurslid van de Koninklijke maatschappij de Strand- en Duinzangers, waar zij als “duiveltje doet het al” in het bestuur functioneert.
Laura is reeds 20 jaar secretaris van het gewest Knokke, aangesloten bij de A.Vi.Bo (d.i. het officieel orgaan van de Koninklijke Federatie van de Algemene Vinkeniersbond. Hierbij levert zij een niet te onderschatten bijdrage om de sterk onder druk staande volkssporten in ere te houden en hun voortbestaan te verzekeren.
Gerard De Vlieghe :
Als 14-jarige is Gerard kajotter bij de KAJ en als 16-jarige wordt hij er leider.
Na zijn huwelijk met Laura treedt hij toe tot de KWB en stapt hij al meteen in het bestuur. Kort daarop wordt hij lid van de Strand- en Duinzangers en neemt hij ook daar een bestuursfunctie waar. Jarenlang was hij er voorzitter. Onder zijn bestuur verwierf de vereniging de “Koninklijke” titel. Momenteel neemt hij er het onder-voorzitterschap waar.
Gerard is reeds 20 jaar gewestvoorzitter bij het gewest Knokke, aangesloten bij de A.Vi.Bo, waar hij een perfecte balans weet te bewaren om de oude volkssporten te verzoenen met de huidige tendens van leven.
Gerard vindt mensen samen brengen van enorm groot belang maar dit met respect voor “vroeger en nu”.
Dat Gerard altijd een gewone mens is gebleven bewijst het feit dat hij inzet bij Nyamaséké, waar hij ieder jaar optreedt als schotelwasser. Als hij maar iets kan doen voor de gemeenschap.
Hij is thans medewerker bij OKRA Afdeling Heist en zingt bij het koor in Heist
Jarenlang nam hij de rol van “zwarte piet” op zich bij de KWB, de brandweer en in de gemeentelijke lagere school te Heist-aan-Zee, dit samen met Remi “van de Rerum” (lees: Dekeyser) en Richard Daveloose.
Jozef Stubbe
Een cv opmaken van Jozef als vrijwilliger is geen eenvoudige klus want naast zijn engagement als bestuurslid van de gezinsbond gedurende 40 jaar, is Jozef ook nog in tal van andere verenigingen actief. Het vele werk dat hij verricht achter de schermen is van onschatbare waarde.
Hieronder een portret :
Jozef Stubbe is gehuwd met Hedwige Lietaer.
Gezinsbond (vroeger ‘bond der kroostrijke gezinnen’ of ook ‘bond van grote en van jonge gezinnen’)
- Bestuurslid van de afdeling Knokke sinds 1968 met volgende functies :
· Secretaris + verantwoordelijke ledenadministratie van 1968 tot 2004
· Penningmeester sinds 1968 tot op heden
· Verantwoordelijke voor de aanschaf van NMBS passen en gsm kaarten alsook voor de gezinsspaarkaart
· Coördinator van de kinderoppasdienst van 1996-1997
- Gewestelijk bestuurslid sinds 1969
- Voorzitter van de gewestelijke werkgroep gezinsspaarkaart (vroeger de zegeltjes van de bond) sinds 1977
- Nationaal : plaatsvervangend lid nationale algemene vergadering 1996-1999
En verder:
- Voorzitter Ziekenzorg Knokke
- Secretaris OKRA Knokke
- Lid van de Sociale Raad
- Bestuurslid orgelcomité St. Margarethakerk
- Verantwoordelijke reservaties Margarethacentrum
- Redactie artikels parochieblad voor de St. Margarethaparochie
- Lid Raad van Bestuur vzw Vrij Katholiek Basisonderwijs Knokke-Heist
- Lid CASS (Comité afgevaardigden schoolbesturen scholengemeenschap Saeftinghe)
In één adem mag ook zijn echtgenote Hedwige Lietaer genoemd worden die Jozef in zijn engagement als vrijwilliger in zovele verenigingen door dik en dun steunt én helpt, en zelf ook actief is bij Mama’s voor kinderen en de Missiekring.
Twee gedreven mensen die zich jarenlang ingezet hebben en nog steeds actief zijn voor de medemens.
André Desmidt
André is medestichter van de heemkring Heyst-Leeft, die op 1 april 1974 het levenslicht zag. Momenteel is hij ondervoorzitter-pr en sinds 1981 hoofdredacteur van het driemaandelijks tijdschrift.
Hij was 25 jaar voorzitter van de ornitologische vereniging “ De Kievit” Knokke-Heist.
Hij is schrijver en vennoot SABAM : schreef teksten voor luisterliedjes (kleinkunst), carnavalliedjes, boek over militie, boek “Romania” en honderden artikels over heemkunde en toerisme.
André was eveneens medestichter en bestuurslid van de vrije Radio Dynamo en Paradijs.
Hij organiseerde heel wat tentoonstellingen met lokale kunstenaars; met kunst uit Roemenië enz.
Was voorzitter van de vriendenkring van de St-Jansschool en voorzitter van het oudercomité ven het St.-Jozeflyceum.
Medeoprichter van de “Actie-Sofica Roemenië”, met zes hulpkonvooien en daarna heel wat bezoeken o.a. toeristische bloemenproject in ons adoptiedorp Ruginoasa.
Buiten de gemeente was hij voorzitter van “Wever” (West-Vlaamse Vereniging van Vrije Radio’s) en bestuurslid van “Vlaver” (Vlaamse Vereniging Vrije Radio’s).
Hij ontving de gemeentelijke zilveren medaille voor cultuurverdiensten en de gouden medaille van de Provincie West-Vlaanderen.
Mariette Vandoorne
Mariette is jarenlang lid geweest van de Cultuurraad van het Dagelijks Bestuur.
In KAV (afdeling Knokke) is ze al jaren zeer actief als bestuurslid, momenteel is ze kassierster.
Je kunt altijd op haar rekenen voor vervoer, naaiwerk, koken en nog zo veel meer.
Van bij de oprichting van de “teledienst” mochten mensen op haar beroep doen voor het vervoer naar de dokter , de pedicure ; op ziekenbezoek gaan en boodschappen doen.
Zij is mede-oprichter van “Mama voor Kinderen” in de de schoot van KAV.
Zij heeft als vrijwilligster gewerkt bij “Kind en Gezin” (vroeger de “Weging” genaamd).
Mariette ziet waar er een handje moet toegestoken worden. Zelfs zonder dat daarom gevraagd wordt.
De Cultuurdrager wordt uitgereikt op zaterdag 4 oktober om 17.30 uur tijdens het Cultuurgala 2008 in het Casino Knokke.
De vijf genomineerden:
Désiré Vercruysse en Jeannine Dewaegenaere
Désiré Vercruysse en Jeannine Dewaegenaere zijn de verenigingmensen uit Westkapelle. Altijd bezig en nooit thuis.
Het plaatselijke parochiecentrum t’Zaaltje is het grote gedachtengoed van Désiré. Sedert 1950 is hij aktief betrokken geweest bij de bouw als metselaar en later steeds aktief met de nodige klusjes en renovatie-projecten . Op heden is hij nog steeds aktief in het zaalcomitè . Hij is ook de stichter van KWB-westkapelle in 1953 en kreeg in 1978 de medaille voor cultuurverdienste . Sedert 1981 aktief lid in KBG /Okra Westkapelle .
Jeannine was in 1965 reeds KAV-voorzitster en in 1987 voorzitster van KBG . Zij is dit nog steeds.
Aktief in diverse verenigingen en de seniorenraad .Ook Zingend Samen is èèn van haar bezielende verenigingen .
Op Jeannine en Désiré mag je steeds beroep doen voor een klusje, motivatie, hulp en een woordje. Ze werken buiten de schijnwerpers en beschouwen dit als “normaal” . Kortom de stuwende krachten achter de schermen van menig lid en vernieuwende bestuursleden. Op naar de toekomst en het voortbestaan .
Laura Vantorre en Gerard De Vlieghe
Laura en Gerard zijn onafscheidelijk en zetten zich al een gans mensenleven in voor de medemens in talloze verenigingen. Dat zij bij het organiseren van activiteiten en bij problemen binnen de vereniging steeds zoeken naar oplossingen waar iedereen zich in kan vinden is hun leidraad. Dat zij bij dit zoeken, nachten wakker liggen is voor hen bijkomstig.
In hun niet aflatende inzet voor de gemeenschap zit een bescheidenheid die menig mensen raakt, waarbij ze zelf geen vragende partij zijn voor een “schouderklopje” maar die ze zelf meerdere malen uitdelen.
Dat Laura en Gerard de nominatie verdienen is als blijk van respect voor de “echte inzet” voor de “gewone mens” op een zeer bescheiden manier die hen siert. Iedereen weet wel wat ze doen maar vinden dit “normaal” net omdat Laura en Gerard zelf zo bescheiden zijn.
Een opsomming van hun levensloop binnen het verenigingsleven :
Laura Vantorre :
Als 14-jarige is Laura kajotster bij de KAJ, waarbij ze na haar studies bestuurslid werd. Dit is de start van een langdurige inzet binnen het verenigingsleven.
Bij haar huwelijk, dit jaar 50 jaar geleden, trad ze toe bij de KAV, waarvan ze nu reeds
15 jaar als bestuurslid (kernlid) actief is. Zij is sinds vele jaren medewerkster van Nyamaséké. Daarnaast is zij sinds jaren lid het Davidsfonds, eerste te Heist, waar ze jaren deel uitmaakte van het bestuur en dat nu verder bestaat te Westkapelle.
Tevens is zij reeds meerdere jaren bestuurslid van de Koninklijke maatschappij de Strand- en Duinzangers, waar zij als “duiveltje doet het al” in het bestuur functioneert.
Laura is reeds 20 jaar secretaris van het gewest Knokke, aangesloten bij de A.Vi.Bo (d.i. het officieel orgaan van de Koninklijke Federatie van de Algemene Vinkeniersbond. Hierbij levert zij een niet te onderschatten bijdrage om de sterk onder druk staande volkssporten in ere te houden en hun voortbestaan te verzekeren.
Gerard De Vlieghe :
Als 14-jarige is Gerard kajotter bij de KAJ en als 16-jarige wordt hij er leider.
Na zijn huwelijk met Laura treedt hij toe tot de KWB en stapt hij al meteen in het bestuur. Kort daarop wordt hij lid van de Strand- en Duinzangers en neemt hij ook daar een bestuursfunctie waar. Jarenlang was hij er voorzitter. Onder zijn bestuur verwierf de vereniging de “Koninklijke” titel. Momenteel neemt hij er het onder-voorzitterschap waar.
Gerard is reeds 20 jaar gewestvoorzitter bij het gewest Knokke, aangesloten bij de A.Vi.Bo, waar hij een perfecte balans weet te bewaren om de oude volkssporten te verzoenen met de huidige tendens van leven.
Gerard vindt mensen samen brengen van enorm groot belang maar dit met respect voor “vroeger en nu”.
Dat Gerard altijd een gewone mens is gebleven bewijst het feit dat hij inzet bij Nyamaséké, waar hij ieder jaar optreedt als schotelwasser. Als hij maar iets kan doen voor de gemeenschap.
Hij is thans medewerker bij OKRA Afdeling Heist en zingt bij het koor in Heist
Jarenlang nam hij de rol van “zwarte piet” op zich bij de KWB, de brandweer en in de gemeentelijke lagere school te Heist-aan-Zee, dit samen met Remi “van de Rerum” (lees: Dekeyser) en Richard Daveloose.
Jozef Stubbe
Een cv opmaken van Jozef als vrijwilliger is geen eenvoudige klus want naast zijn engagement als bestuurslid van de gezinsbond gedurende 40 jaar, is Jozef ook nog in tal van andere verenigingen actief. Het vele werk dat hij verricht achter de schermen is van onschatbare waarde.
Hieronder een portret :
Jozef Stubbe is gehuwd met Hedwige Lietaer.
Gezinsbond (vroeger ‘bond der kroostrijke gezinnen’ of ook ‘bond van grote en van jonge gezinnen’)
- Bestuurslid van de afdeling Knokke sinds 1968 met volgende functies :
· Secretaris + verantwoordelijke ledenadministratie van 1968 tot 2004
· Penningmeester sinds 1968 tot op heden
· Verantwoordelijke voor de aanschaf van NMBS passen en gsm kaarten alsook voor de gezinsspaarkaart
· Coördinator van de kinderoppasdienst van 1996-1997
- Gewestelijk bestuurslid sinds 1969
- Voorzitter van de gewestelijke werkgroep gezinsspaarkaart (vroeger de zegeltjes van de bond) sinds 1977
- Nationaal : plaatsvervangend lid nationale algemene vergadering 1996-1999
En verder:
- Voorzitter Ziekenzorg Knokke
- Secretaris OKRA Knokke
- Lid van de Sociale Raad
- Bestuurslid orgelcomité St. Margarethakerk
- Verantwoordelijke reservaties Margarethacentrum
- Redactie artikels parochieblad voor de St. Margarethaparochie
- Lid Raad van Bestuur vzw Vrij Katholiek Basisonderwijs Knokke-Heist
- Lid CASS (Comité afgevaardigden schoolbesturen scholengemeenschap Saeftinghe)
In één adem mag ook zijn echtgenote Hedwige Lietaer genoemd worden die Jozef in zijn engagement als vrijwilliger in zovele verenigingen door dik en dun steunt én helpt, en zelf ook actief is bij Mama’s voor kinderen en de Missiekring.
Twee gedreven mensen die zich jarenlang ingezet hebben en nog steeds actief zijn voor de medemens.
André Desmidt
André is medestichter van de heemkring Heyst-Leeft, die op 1 april 1974 het levenslicht zag. Momenteel is hij ondervoorzitter-pr en sinds 1981 hoofdredacteur van het driemaandelijks tijdschrift.
Hij was 25 jaar voorzitter van de ornitologische vereniging “ De Kievit” Knokke-Heist.
Hij is schrijver en vennoot SABAM : schreef teksten voor luisterliedjes (kleinkunst), carnavalliedjes, boek over militie, boek “Romania” en honderden artikels over heemkunde en toerisme.
André was eveneens medestichter en bestuurslid van de vrije Radio Dynamo en Paradijs.
Hij organiseerde heel wat tentoonstellingen met lokale kunstenaars; met kunst uit Roemenië enz.
Was voorzitter van de vriendenkring van de St-Jansschool en voorzitter van het oudercomité ven het St.-Jozeflyceum.
Medeoprichter van de “Actie-Sofica Roemenië”, met zes hulpkonvooien en daarna heel wat bezoeken o.a. toeristische bloemenproject in ons adoptiedorp Ruginoasa.
Buiten de gemeente was hij voorzitter van “Wever” (West-Vlaamse Vereniging van Vrije Radio’s) en bestuurslid van “Vlaver” (Vlaamse Vereniging Vrije Radio’s).
Hij ontving de gemeentelijke zilveren medaille voor cultuurverdiensten en de gouden medaille van de Provincie West-Vlaanderen.
Mariette Vandoorne
Mariette is jarenlang lid geweest van de Cultuurraad van het Dagelijks Bestuur.
In KAV (afdeling Knokke) is ze al jaren zeer actief als bestuurslid, momenteel is ze kassierster.
Je kunt altijd op haar rekenen voor vervoer, naaiwerk, koken en nog zo veel meer.
Van bij de oprichting van de “teledienst” mochten mensen op haar beroep doen voor het vervoer naar de dokter , de pedicure ; op ziekenbezoek gaan en boodschappen doen.
Zij is mede-oprichter van “Mama voor Kinderen” in de de schoot van KAV.
Zij heeft als vrijwilligster gewerkt bij “Kind en Gezin” (vroeger de “Weging” genaamd).
Mariette ziet waar er een handje moet toegestoken worden. Zelfs zonder dat daarom gevraagd wordt.
De Cultuurdrager wordt uitgereikt op zaterdag 4 oktober om 17.30 uur tijdens het Cultuurgala 2008 in het Casino Knokke.
No Rosyth-Zeebrugge Service this year
THE PROPOSED freight service between Kristiansund, in Norway, Rosyth and Zeebrugge, in Belgium, will not commence in 2008 after it failed to receive EU funding in this year’s round of grant approvals. Preferred operator for the service, Shetland businessman John White, said he was disappointed by the decision but added that he was confident to have the service up and running by 2009. The decision by the European Commission will also have a knock on effect on Mr White’s plans to take over the Superfast ferry service between Rosyth and Zeebrugge after the operator is to pull out next week. The Norshukon Link project said this morning (Tuesday) that they had not secured Marco Polo funding because of a competition issue as Mr White was now planning to operate a freight as well as the discontinued Superfast ferry service. Norshukon is a partnership between the Norwegian Moregruppen, Shetland Development Trust, the Shetland transport partnership ZetTrans and the South East of Scotland transport partnership SEStran to provide a “Motorway of the Sea” ferry link from Norway into the Continent. Mr White, from West Burrafirth, was selected preferred operator of the service in April this year. He said: “I am very disappointed not to have succeeded this time round, however, I remain hopeful that a revised submission in January 2009 will be successful. “Our application, which was submitted in April, was made prior to the announcement by Superfast that they were withdrawing from the Rosyth-Zeebrugge route this month. Not being aware of their withdrawal at the time of our submission presented issues of competition, which we had to account for in our application. ”He added that a delay in the start of the service could bring about benefits as the new vessel that he was planning to introduce to the route at a later point would now be the vessel which he hopes to start the route with. “This vessel is larger and more efficient than the one that I would have used had we started this year so there is some benefit to be had from the delay.” SEStran chairman, councillor Russell Imrie, said: "We are naturally disappointed at the delay, but it was impossible to foresee that Superfast would withdraw from the Rosyth-Zeebrugge route. “This presents issues of competition, which John White could not account for in their application. The application will therefore be resubmitted in January, taking into account the new realities."One positive benefit of the delay is that John White will now be able to start the service with a bigger vessel. This means that tonnes more goods, which would otherwise have had to go by road, could now travel by sea, reducing the region's carbon footprint and cutting congestion on Scotland's roads. ”Chairman of Møregruppen, Rolf Kare Sether, one of the partners in NORSHUKON, added: “Like John White we are bitterly disappointed that we will not be seeing a service starting up this year. “We remain fully committed to the Project and the Project Partners will continue to support John as he prepares to resubmit his proposal in January.”
7/09/2008
"Het Zoute" volgens het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed
Luxebadplaats gelegen tussen enerzijds ten westen Knokke-Bad en Knokke-Dorp, en anderzijds aan oostzijde aansluitend bij de wijken Oosthoek, Hazegras en het Kalf. De uitgestrekte residentiële verkaveling van het oorspronkelijk duinengebied werd vanaf 1908-1909 gerealiseerd onder leiding van de "SA Compagnie Immobilière Le Zoute" naar ontwerp van de Duitse urbanist-architect Joseph Stübben. Aangelegd als groenrijke tuinwijk met organisch wegenpatroon, gesitueerd rond de loodrechte assen Zoutelaan en Sparrendreef en de gebogen as Elisabetlaan, waarin voornamelijk residentiële exclusieve bebouwing gekenmerkt door losse villabouw. Ten noorden daarvan, in het verlengde van de reeds bestaande zeedijk (cf. Knokke-Bad), de strandboulevard van Het Zoute, verbonden door loodrecht erop aansluitende "rampes" of hellingen met de evenwijdig gelegen Kustlaan ten zuiden ervan. Hier vestiging van op een kapitaalkrachtig publiek gerichte handelszaken, geweerd uit de villawijken waar de woonfunctie centraal staat. Het huidige Albertplein fungeert als centraal punt, met concentratie van horecagelegenheden. Het Zoute omvat tevens nog twee duincomplexen met relatief grote omvang, nl. de "Golf" met het erbij aansluitende Koningsbos en het huidige natuurreservaat het Zwin (ten noordoosten).
In het laatste kwart van de 18de eeuw (1783-1787) indijking van de Zoutepolder door aanleg van de Zoutedijk tussen de duinen van de Kleine Vlakte en die van rond het Sint-Paulusfort, aansluitend op de Nieuwe Hazegraspolderdijk. In de eerste helft van de 19de eeuw ontwikkeling van het oude oorspronkelijke Zoute, een gehucht met als kern een groepje huizen in de driehoek van de huidige Emile Verhaerenlaan-Amerikapad-Sparrendreef. De bewoners zijn dagloners die de arme zandgronden van de Zoutepolder ontginnen. Verschillende eigenaars van de gronden in de Zoutepolder, o.m. Philippe-François Lippens (reeds mede-eigenaar in 1784) en Charles-Joseph Serweytens (1855), stellen vast dat gedeelten van de duinen zich door hevige winden verplaatsen. In 1836-1845 worden dan ook aanzienlijke hoeveelheden houthagen en helm geplant. In 1845 overstroming van de polder door een stormvloed uit het Zwin die de Zoutepolderdijk teistert. In 1862 duinaanwinst tussen Zoute en Zwin na eerste ontzanding met aantasting van de strandduinen ter hoogte van het latere Knokke-Bad. Om verdere opstuiving van de duinen te vermijden beplant de Watering van de Zoutepolder in 1865 de Blinkaartduinen en -panne met o.m. doornen en sparren, wat in de loop der jaren zou uitgroeien tot het huidige Sparrenbos aan de Blinckaertlaan. Verdere grote aanplantingen ter afzoming van o.m. de huidige Blinckaert- en Boslaan (1885), de huidige Zoutelaan (1888) en de Konijnendreef (1890) en ten oosten van de z.g. Lekkerbek, dit is de oostgrens van de huidige Zeedijk-Het Zoute, in de z.g. Zandplaat.
Op het einde van de 19de eeuw en in het begin van de 20ste eeuw reeds enkele schuchtere initiatieven ter ontsluiting van de Zoutepolder. In 1900 wordt voor enkele Engelse golfspelers één van de eerste golfterreinen op het continent aangelegd, met name in de z.g. Kleine Vlakte, tussen de latere Elisabetlaan, Kustlaan en de Lekkerbek. Een houten chalet in de nabijheid van het later aangelegde Franspad doet dienst als clubhouse. Op vraag van E.H. A. Hull, kapelaan te Brugge, schenken de eigenaars van de Zoutepolder in 1905 een stuk grond gelegen aan de huidige Zoutelaan nabij het kruispunt met de Piers de Raveschootlaan, voor de oprichting van een Engelse kapel ten behoeve van de Britse badgasten. In 1906 reeds aanleg van enkele wegentracés doorheen de Zoutepolder tussen Knokke-Dorp en de Oosthoek, o.m. de huidige Zoutelaan.
Teneinde te verhinderen dat het domein van de Zoutepolder door erfenissen in verschillende eigendommen wordt opgesplitst met een verschillend beleid per eigenaar, richt men te Gent in 1908 de "SA Compagnie Immobilière Le Zoute" op onder impuls van de neven Raymond en Maurice Lippens en Piers de Raveschoot. Na de ontbinding en de vereffening van de N.V., in 1931 heropgericht te Brussel onder dezelfde benaming; na de Tweede Wereldoorlog wordt Knokke als zetel verkozen. De maatschappij zal baanbrekend werk verrichten om, ca. dertig jaar na de uitbouw van Knokke-Bad, de nieuwe badplaats Het Zoute te ontwikkelen en er de nodige aantrekkingskracht aan te geven. De voornaamste doelstelling is een "cité-jardin" aan te leggen met een eigen urbanistisch karakter, contrasterend met andere -meer stedelijke- badplaatsen, waarin sport, rust en comfort centraal staan, dit alles gericht op een kapitaalkrachtig publiek.
Voor het stedenbouwkundig concept doet men beroep op de Duitse urbanist-architect Joseph Stübben, adviseur van koning Leopold II en reeds betrokken bij diverse urbanisatieprojecten in België, o.m. aan de kust, in casu bij Duinbergen en De Haan. Het contract wordt afgesloten op 12 november 1908. In tegenstelling tot de verkaveling van het consortium Verwee-Van Bunnen-Dumortier van 1887, gekenmerkt door een strak en rechtlijnig stratenpatroon (cf. Knokke-Bad), besluit hij vanaf de grenslijn van de Zoutepolder over te gaan tot een eerder pittoreske en landschappelijke aanleg met de natuurlijke geografie van het duinenlandschap als uitgangspunt. De aanpak is nauw verwant aan wat enkele jaren tevoren werd gerealiseerd in o.m. De Panne, De Haan en Duinbergen. Door de natuurlijke glooiingen in het terrein ontstaat een enorme verscheidenheid aan zichten en oriëntatie, wat de open verkaveling een specifiek landschappelijk karakter geeft, aanleiding tot de latere benaming "Knokke-Tuin der Noordzee". Bovendien is de afbakening van kavels erop afgestemd om een maximum aan rust en privacy te garanderen.
Een eerste bouwreglement, daterend van maart 1909, het z.g. "Cahier des charges général pour la vente des terrains et des villas", eveneens opgesteld door Joseph Stübben in opdracht van de Compagnie Immobilière Le Zoute, moet een exclusieve kwaliteitsarchitectuur garanderen. Aan de eigenaars worden strenge voorschriften voorgelegd om te komen tot een homogeen geheel, dit inzake o.m. hygiëne (aansluiting op rioleringen), respecteren van bouwhoogte en rooilijnen, modaliteiten van betaling en verplichting om binnen één jaar te bouwen. Een tweede bouwreglement van 1921 geeft aanvullingen met betrekking tot het architectuuresthetisch en het materieel-technisch aspect.
In een conventie van 1908 tussen de Staat en de Compagnie wordt beslist de bestaande zeedijk van Knokke 1500 m uit te breiden in oostelijke richting tot aan de Oosthinderstraat, de z.g. "Leopolddijk", de huidige Zeedijk-Het Zoute; de eerste steenlegging gebeurt op 5 juli. Tevens aanleg van het Albertplein, het toenmalige Leopoldplein (1908-1909). Tussen 1909-1912 verlenging van de dijk met 425 m tot aan de z.g. Lekkerbek en aanleg van vier golfbrekers. Verkaveling van de grond langs de zeedijk in rechthoekige blokken bestemd voor aaneengesloten bebouwing, in contrast met de meer landinwaarts geplande tuinwijk. In 1909 bouw van het "Grand Hôtel du Zoute" als kiem voor de verdere ontwikkeling van de badplaats met de bouw van de eerste villa's en hotels, o.m. "Terminus", "Zomerlust" en "Hotel Jacobs". Aanleg van o.m. Helmweg, Elisabetlaan, Zoutelaan, Sparrendreef en Kustlaan, laatstgenoemde parallel met de zeedijk en ermee verbonden door vijf "rampes" of hellingen.
In 1911 bouw van de "St. George Anglican Church" op de hoek van de Zoutelaan en de Nieuwpoortstraat naar ontwerp van architect A. Pirenne, ter vervanging van de te klein geworden meer westelijk gelegen eerste Engelse kapel.
De Compagnie realiseert nog vóór de Eerste Wereldoorlog alle openbare nutwerken die nodig zijn voor een duurzame ontwikkeling van de badplaats. In 1910-1911 oprichting van de "SA Eclairage Electrique du Zoute" met locatie dichtbij het kruispunt van de Zoutelaan en de Piers de Raveschootlaan. In 1912 wordt de elektrische tramlijn doorgetrokken van Blankenberge tot Het Zoute. In het najaar van 1912 leveren prospectieboringen naar steenkool in de buurt van de Lekkerbek opborrelend zout water op; op deze kunstmatige bron oprichting van een klein gebouw bereikbaar vanaf de zeedijk via een smal pad. In 1914 bouw van de z.g. "Source Thermale" of "Trinkhall" naar ontwerp van architect A. Pirenne (Knokke), tot 1925 in gebruik als kuuroord. In de jaren 1913-1914 wordt een waterleidingnet aangelegd. In een eerste fase gebeurt dit in de Brem-, Albert-, Piers de Raveschoot-, Elisabet- en Zoutelaan. In de Brabantse Panne worden 30 boorputten voorzien voor de eigen waterwinning. Eerste zuiveringsstation aan de Zoutelaan en de huidige Marcellaan naar ontwerp van architecten Boddon en Pompe, uitgevoerd door firma Watté en Demuyter, in gebruik tot 1927-1928. Daarnaast wordt ook aandacht geschonken aan het recreatieve aspect. Zo wordt in de periode 1912-1914 een nieuw -huidig- golfcircuit uitgebouwd naar ontwerp van de Britse golfontwerper H.S. Colt. Dit gebeurt na aankoop van gronden in de Brabantse panne, de Blinkaartduinen en de Magere Schorre door de "Knocke Golf Club Soc. Coopérative", die twee golfterreinen met omlopen van 18 holes laat aanleggen, waardoor het natuurlijk uitzicht van het gebied grotendeels verloren gaat. Tevens bouw van een clubhouse (1910) en villa (1912) als verblijf voor de golfleraar nabij de Binnenhoflaan. Ook worden in 1910 tennispleinen aangelegd in de Zoutelaan en vanaf 1911 vliegmeetings gehouden ter hoogte van de huidige Zwinbosjes.
Vanaf 1913-1914 start de Compagnie een grootscheepse publiciteitscampagne voor de nieuwe badplaats Het Zoute, waarin de nadruk gelegd wordt op de combinatie van de charme van het landschap en het moderne comfort van de voorzieningen, waardoor het aantal badgasten al spoedig stijgt en de bouwactiviteit op gang komt.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt het duinengebied door de Duitsers uitgebouwd ter verdediging van de marinebasis te Zeebrugge. Het golfcircuit wordt in gebruik genomen als oefenterrein, met aanleg van o.m. loopgraven, bunkers en artillerie-instellingen. In de Zwinduinen aan de Lekkerbek wordt een batterij opgetrokken. Na de oorlog werkt de Compagnie verder aan de uitbouw van Het Zoute. De faam van deze villawijk met alle modern comfort, diverse sportvoorzieningen, nabijheid van natuur en zee was in de jaren 1920 bekend in heel Europa. Aanleg van de Bronlaan doorheen de Kleine Vlakte en verlenging van de zeedijk vanaf de Lekkerbek in 1923. De tramlijn Station-Van Bunnenplein wordt verlengd tot het huidige Albertplein en in 1928-1929 via een dubbel spoor langs de Kust- en Bronlaan uitgebreid tot de Oosthoek en de grens met Nederland (Retranchement); daarnaast opening van de lijn Albertplein-Lippenslaan via de Elisabet- en Zoutelaan zodat in lussen kan gereden worden.
In 1926 wordt ten zuiden van het golfterrein, in de huidige Helmweg, een "waterkasteel" opgericht naar ontwerp van ingenieur Putzeys, in 1928 aangepast om het Albertstrand te voorzien van water. Het gemeentebestuur neemt de installatie over van de Compagnie. Een nieuw waterzuiveringsstation wordt gebouwd aan de Hazegrasstraat door aannemer A. Lamote (Knokke). In 1929 is er een overeenkomst tussen de Compagnie en het Ministerie van Verkeerswezen, waardoor het Bestuur der Luchtwegen een dertigjarige concessie krijgt voor een burgerlijk vliegveld. Aanleg ervan op een stuk grasland in de Kleine Vlakte, ten noorden van de Hazegraspolderdijk en ten zuiden van het latere Zwinreservaat. Het vliegveld beschikt over een stationsgebouw, een douanekantoor, een buffet-restaurant en een vlieguigloods.
In 1929 en 1930 verlenging van de Zeedijk met respectievelijk 713 m en 900 m tot aan de Oosthoekdijk in het Hazegras. Dankzij de gunstige wisselkoers kent het hotelwezen de grootste bloei in de periode 1920-1929. Lokale bewoners richten pensions in of laten hotels optrekken, o.m. "Memlinc Hotel" aan het huidige Albertplein en "Hotel Savoye". Langs o.m. de Zoute- en Prins Karellaan verschijnen nieuwe villa's. In de Sparrendreef wordt in 1924-1925 de Dominicanenkerk of het "Zoutekerkje" gebouwd naar ontwerp van architect J. Viérin (Brugge). In 1928-1929 richt men een paardenmanège op; tussen de Lekkerbek en de Oosthoek wordt een terrein aangelegd voor paardenrennen. Tevens start men met de gerenommeerde "Concours Hippique International du Zoute". De tennisterreinen worden uitgebreid en een tweede golfterrein wordt aangelegd; aanleg van een minigolf aan de Zoutelaan (1930). In de jaren 1930 komt het sociaal toerisme op gang door een verbetering van de maatschappelijke situatie van de arbeidende klasse. Dit komt echter minder aan bod in de badplaats Het Zoute, gezien het uitgesproken residentiële karakter. Verderzetting van periode van grote bloei, cf. de instelling van een directe treinverbinding vanuit Parijs, de opening van een luchtlijn naar Engeland, de vestiging van filialen van gerenommeerde winkels uit Brussel, de aanleg van een nieuwe golf aan de Lekkerbek (1936) en de bouw van een Koninklijke Villa (1934) naar ontwerp van J. Viérin aan de rand van het Zwin. In 1936 is de inhuldiging van de eerste badinstelling op het strand van de Zoute-Compagnie naar ontwerp van architect A. Dugardyn (Brugge) en uitgevoerd door aannemer N.V. Trabeka (Brussel). In hetzelfde jaar ontstaan door een hevige storm ontzandingproblemen. In 1938 wordt de Zeedijk doorgetrokken tot aan de Zwinduinen, waar men hem laat eindigen om erachter de natuur vrij spel te geven. Tijdens het interbellum is Het Zoute een internationale badplaats van allure geworden die op het punt staat Oostende in exclusiviteit voorbij te streven. De residentiële villawijk krijgt gestalte door realisaties van architecten als o.m. R. Heyneman (Knokke), A. Pirenne (Brussel), V. Taelemans (Brussel), F. Tilley (Brussel), J. en L. Viérin (Brugge), A. Dugardyn (Brugge), F. Vervalcke (Knokke).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het tracé van de tramlijn Zoute-Oosthoek-Retranchement afgeschaft. De recent gebouwde badinstellingen worden volledig vernietigd door de Duitse bezetter; tevens verwoestingen aan o.m. golf, tennis, en het vliegveld. Na de oorlog bouwt de Compagnie een aangepaste badinstelling met open terras, beter gekend als de "Prado".
In de jaren 1950 blijft het ontzandingvraagstuk aanhouden; ter hoogte van de Lekkerbek worden arduinblokken met rijswerk in zee geworpen om de aantasting van de duinen tegen te gaan. In 1952 wordt het golfcircuit aan de Lekkerbek afgeschaft; de Golf Club krijgt een ingang langs de Sparrendreef. Tevens optrekken van een nieuw tennisterrein nabij het kruispunt van de Astridlaan en Bronlaan (1946) en bouw van een nieuwe paardenmanège (1955) aan de Zoutelaan bij de Oosthoek, in 1974 reeds gesloopt. In 1952 stichting van het natuurreservaat Het Zwin. In 1960 komt er een einde aan de concessie voor de luchthaven die definitief gesloten wordt.
Na de sloop van de inmiddels leegstaande badinstelling de "Prado" wordt na een architectuurwedstrijd in 1991 een nieuwe sanitaire installatie op de zeedijk gebouwd naar ontwerp van architect H. De Keyser. In 1992 start men met een verbindingsleiding van het "Waterkasteel" naar de watertoren van Duinbergen met reservoirs op beide locaties ten bate van de seizoensbezetting. Als één van de weinige badplaatsen heeft Het Zoute na de Tweede Wereldoorlog haar exclusief karakter grotendeels weten te behouden, zowel wat de aard en het niveau van de geboden voorzieningen betreft als de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Toch wordt ook hier de authentieke dijkbebouwing uit het begin van de 20ste eeuw vanaf de jaren 1950 systematisch vervangen door grootschalige appartementen. In de loop van de jaren 1980 en 1990 verdwijnen vele hotels o.m. door de seizoensspreiding. Een ander fenomeen in Het Zoute is dat van de z.g. "tweede verblijvers", wat in bepaalde periodes van het jaar een verdubbeling van de bevolking teweegbrengt.
Bij de uitbouw van Het Zoute komen twee soorten verkavelingen tot stand: het gesloten type aan de Zeedijk en de Kustlaan en het open verkavelingtype ten zuiden ervan. Op geen enkele wijze wordt gepoogd een ruimtelijke integratie tot stand te brengen tussen deze twee wijken. De noordelijke strook aan de zee wordt gekenmerkt door een strak stratenpatroon van de min of meer evenwijdig verlopende dijk en Kustlaan, waartussen de loodrechte "rampes" of hellingen. De architectonische samenhang die nog enigszins bestaat in de eerste helft van de 20ste eeuw, gaat de laatste decennia verloren als gevolg van de vrijwel volledige transformatie tot een hoogbouwfront van appartementen, dat zich nauwelijks onderscheidt van andere Belgische badplaatsen.
Voor het stedenbouwkundig concept van het eigenlijke Zoute, in casu de villawijk, opteert Joseph Stübben voor een aanlegplan met een niet-stedelijk karakter. Wel voorziet hij ruimte voor een kleine agglomeratie met rijbebouwing op de plaats van het oude gehucht in de driehoek Emile Verhaerenlaan-Amerikapad-Sparrendreef. Thans concentratie van handels- en horecafunctie in dit gebied, dat samen met de Dominicanenkerk en de pastorij als het ware een "dorpssite" in het centrum van de villawijk vormt.
Geïnspireerd door de tuinwijkgedachte is de villawijk aangelegd met een fijnmazig en gedifferentieerd wegennet dat rekening houdt met het oorspronkelijk duinenlandschap en zich schikt naar het reliëf. Opbouw rond enkele hoofdassen bestemd voor snelle verbindingen en doorgaand verkeer, met name ten westen de gebogen Elisabetlaan, die Het Zoute verbindt met Knokke-Bad, -Albertstrand, Duinbergen en Heist, en meer centraal de oost-west verlopende rechte Zoutelaan met haaks erop de Sparrendreef. Dit raster wordt ingevuld door straten of lanen voor plaatselijk verkeer, met elkaar verbonden door kronkelende wandelpaden of "sentiers". Sommige villa's hebben een bijkomende uitweg via een privé-pad.
De duingrond is verdeeld in grote kavels, waarbij rekening gehouden wordt met de talrijke aanplantingen uitgevoerd op het einde van de 19de eeuw. Naast de afgezoomde lanen worden de slingerende paden voorzien van laag gehouden knotwilgen en trilpopulieren, met hier en daar pleintjes of blijvende stukken duin; sparren en dennen wisselen loofbomen af. Op de ruime percelen worden villa's ingeplant met een tuin en een omheining van levende hagen of lage stenen tuinmuurtjes.
Voor de architectonische invulling van Het Zoute wendt men een bouwtrant aan die rond de eeuwwisseling in de mode raakt in o.m. De Haan, Koksijde en De Panne. De Engelse traditionele of landelijke woning, de z.g. "cottage", waarvan de karaktervolle vormgeving veelal geïnspireerd was door de "Arts and Crafts"-beweging, staat model voor de villa's in deze nieuwe badplaatsen. Door strenge bouwvoorschriften streeft men naar een homogeen geheel, hoewel elk gebouw zich individueel profileert, zodat geen echte uniformiteit ontstaat. Té moderne projecten wijst de Compagnie echter af. De cottages hebben een pittoresk silhouet door een veelal onregelmatig grondplan, niet alleen door de vele "insprongen" cf. voorportalen en loggia's, maar tevens door aantal uitbouwen cf. hoektorentjes, steunberen, erkers, balkons en trappartijen. Hierdoor ontstaat vaak een typerende licht- en schaduwwerking. De opbouw van de gevel is meestal gelaagd en bestaat uit een onderbouw met vierkantsverdeling en een bovenbouw met verschillende puntgevels. Dit wordt versterkt door een afwisselend materiaalgebruik met vaak duidelijke drieledigheid, cf. een bakstenen sokkel en/of benedenverdieping, erboven een bepleisterde bouwlaag en een met vakwerk opgevuld gevelveld. Typerend is het gebruik van natuurlijke materialen als baksteen, hout en riet (dak). Het vakwerk is zelden structureel en wordt enkel als sierelement gebruikt. De bekroning gebeurt vaak door een rijke combinatie van verschillende dakvormen, met vaak steile dakhellingen en sterk overkragende kroonlijsten die grote delen van de vrijstaande gevels beschermen tegen o.m. wind en regen. Veelvuldige onderbrekingen van de dakstructuur door dakkapellen en schouwen. Dikwijls is er een monumentaal uitgewerkte schouwpartij die beeldbepalend is door zijn opvallende plaatsing. Houtwerk met veelal kleine ruithouten ofwel glas-in-lood met rechthoekige verdeling. Veelvuldig voorkomen van rol- en vensterluiken, enerzijds voor de beveiliging van de vaak enkel in de zomer bewoonde verblijven, anderzijds als verwijzing naar de landelijke architectuur.
De oorspronkelijke indeling van de woning houdt rekening met de vertrekken van het dienstpersoneel die gescheiden waren en bereikbaar via afzonderlijke trappen. Het plan is vaak ontworpen vanuit de binnenruimte, cf. voorkomen van raamerkers, zithoekjes, onregelmatig ingedeelde ruimtes, waarbij men tevens een maximaal plaatsgebruik beoogt door o.m. aanbrengen van wandkasten. Omwille van het vaak glooiend bouwterrein rust de woning als het ware op een sokkel, waarin kelderverdieping en garage werden ondergebracht. Trappartijen overbruggen het hoogteverschil naar de inkom via enkele plateaus en door een regelmatig veranderende richting. De grote tuinen zijn eveneens vaak aangelegd naar Engels model, cf. weinig opvallende paden, onregelmatige bloemperken en vijverpartijen. Wel houdt men rekening met o.m. de stijl van de woning zelf, en de situering tegenover het landschap of de aanpalende tuinen. Terrassen en loggia's leggen de relatie tussen de villa en de tuin, zodat er een minder abrupte grens ontstaat tussen de binnen- en buitenruimte. Typerend zijn tevens de omheiningmuren, bestaande uit lage bakstenen muurtjes op regelmatige afstanden opgetrokken in smalle pijlers afgedekt met rode tegels. Geheel ingevuld met houten borstwering waarachter vaak een haag.
Na de Eerste Wereldoorlog manifesteert zich de verdere evolutie en uitbouw van de typologie van de cottagearchitectuur. Het grondplan wordt onregelmatiger, neiging tot complexer dakenspel en meer visuele diversiteit door o.m. invloed van de Normandische stijl. Vooral in de jaren 1920 zijn er nieuwe impulsen vanuit de bestaande stijlen. Zo groeit de vermenging met art-deco-elementen uit tot een typische stijl die in de wijk veelvuldig wordt toegepast, cf. o.m. verwerking van baksteen in strak maar decoratief verband en horizontaal voegwerk. Tevens sporen van modernisme in de vaak volledig bepleisterde gevels, doorlopende vensterregisters en toepassing van buisleuningen. Voorbeelden van de zeldzame zuiver modernistische villa's zijn "Villa Paquebot" (1935) in de Sparrendreef nr. 44 naar ontwerp van architect L.H. De Koninck en de dubbelvilla * "Noordhinder-Westhinder" (1931) op de hoek van de Zeedijk (nrs. 835-836) en de Windrooshelling naar ontwerp van architect H. Van de Velde.
Vanaf de jaren 1940-1950 zal de landelijke stijl steeds meer de bovenhand krijgen in de wijk met vage imitatie van de "hoevestijl" cf. de massievere volumes, het minder toepassen van vakwerk en het verdwijnen van de gelaagdheid door een uniforme gevelbehandeling, in casu witgeschilderde gevels met zwarte plint; tevens vaak witgeverfd schrijnwerk. Uitzonderingen hierop zijn o.m. de woning "Zeeëgel" van 1964-1965 naar ontwerp van architect J. Dupuis (Magere Schorre nr. 54) en villa "Le Pangolin" van 164-1968 naar ontwerp van architect A. Jacqmain (Berkenlaan nr. 11). In deze woningen wordt een kwalitatieve, hedendaagse architecturale stijl toegepast.
Ofschoon Het Zoute nog steeds zijn residentiële karakter bewaart, is er in de loop van de tweede helft van de 20ste eeuw een evolutie van de villa als privé-woonhuis voor één gezin naar vakantiewoning en flatappartement. Hierdoor vaak opsplitsingen in studio's en appartementen; tevens bijkomende ingrepen o.m. het dichten van voorportalen en loggia's en wijzigingen van de typerende materiaalverhoudingen. Door de toeristische schaalvergroting worden bovendien villa's aan de rand van de wijk vaak omgevormd voor handels- en horecadoeleinden, met de nodige verbouwingen op de begane grond.
In het laatste kwart van de 18de eeuw (1783-1787) indijking van de Zoutepolder door aanleg van de Zoutedijk tussen de duinen van de Kleine Vlakte en die van rond het Sint-Paulusfort, aansluitend op de Nieuwe Hazegraspolderdijk. In de eerste helft van de 19de eeuw ontwikkeling van het oude oorspronkelijke Zoute, een gehucht met als kern een groepje huizen in de driehoek van de huidige Emile Verhaerenlaan-Amerikapad-Sparrendreef. De bewoners zijn dagloners die de arme zandgronden van de Zoutepolder ontginnen. Verschillende eigenaars van de gronden in de Zoutepolder, o.m. Philippe-François Lippens (reeds mede-eigenaar in 1784) en Charles-Joseph Serweytens (1855), stellen vast dat gedeelten van de duinen zich door hevige winden verplaatsen. In 1836-1845 worden dan ook aanzienlijke hoeveelheden houthagen en helm geplant. In 1845 overstroming van de polder door een stormvloed uit het Zwin die de Zoutepolderdijk teistert. In 1862 duinaanwinst tussen Zoute en Zwin na eerste ontzanding met aantasting van de strandduinen ter hoogte van het latere Knokke-Bad. Om verdere opstuiving van de duinen te vermijden beplant de Watering van de Zoutepolder in 1865 de Blinkaartduinen en -panne met o.m. doornen en sparren, wat in de loop der jaren zou uitgroeien tot het huidige Sparrenbos aan de Blinckaertlaan. Verdere grote aanplantingen ter afzoming van o.m. de huidige Blinckaert- en Boslaan (1885), de huidige Zoutelaan (1888) en de Konijnendreef (1890) en ten oosten van de z.g. Lekkerbek, dit is de oostgrens van de huidige Zeedijk-Het Zoute, in de z.g. Zandplaat.
Op het einde van de 19de eeuw en in het begin van de 20ste eeuw reeds enkele schuchtere initiatieven ter ontsluiting van de Zoutepolder. In 1900 wordt voor enkele Engelse golfspelers één van de eerste golfterreinen op het continent aangelegd, met name in de z.g. Kleine Vlakte, tussen de latere Elisabetlaan, Kustlaan en de Lekkerbek. Een houten chalet in de nabijheid van het later aangelegde Franspad doet dienst als clubhouse. Op vraag van E.H. A. Hull, kapelaan te Brugge, schenken de eigenaars van de Zoutepolder in 1905 een stuk grond gelegen aan de huidige Zoutelaan nabij het kruispunt met de Piers de Raveschootlaan, voor de oprichting van een Engelse kapel ten behoeve van de Britse badgasten. In 1906 reeds aanleg van enkele wegentracés doorheen de Zoutepolder tussen Knokke-Dorp en de Oosthoek, o.m. de huidige Zoutelaan.
Teneinde te verhinderen dat het domein van de Zoutepolder door erfenissen in verschillende eigendommen wordt opgesplitst met een verschillend beleid per eigenaar, richt men te Gent in 1908 de "SA Compagnie Immobilière Le Zoute" op onder impuls van de neven Raymond en Maurice Lippens en Piers de Raveschoot. Na de ontbinding en de vereffening van de N.V., in 1931 heropgericht te Brussel onder dezelfde benaming; na de Tweede Wereldoorlog wordt Knokke als zetel verkozen. De maatschappij zal baanbrekend werk verrichten om, ca. dertig jaar na de uitbouw van Knokke-Bad, de nieuwe badplaats Het Zoute te ontwikkelen en er de nodige aantrekkingskracht aan te geven. De voornaamste doelstelling is een "cité-jardin" aan te leggen met een eigen urbanistisch karakter, contrasterend met andere -meer stedelijke- badplaatsen, waarin sport, rust en comfort centraal staan, dit alles gericht op een kapitaalkrachtig publiek.
Voor het stedenbouwkundig concept doet men beroep op de Duitse urbanist-architect Joseph Stübben, adviseur van koning Leopold II en reeds betrokken bij diverse urbanisatieprojecten in België, o.m. aan de kust, in casu bij Duinbergen en De Haan. Het contract wordt afgesloten op 12 november 1908. In tegenstelling tot de verkaveling van het consortium Verwee-Van Bunnen-Dumortier van 1887, gekenmerkt door een strak en rechtlijnig stratenpatroon (cf. Knokke-Bad), besluit hij vanaf de grenslijn van de Zoutepolder over te gaan tot een eerder pittoreske en landschappelijke aanleg met de natuurlijke geografie van het duinenlandschap als uitgangspunt. De aanpak is nauw verwant aan wat enkele jaren tevoren werd gerealiseerd in o.m. De Panne, De Haan en Duinbergen. Door de natuurlijke glooiingen in het terrein ontstaat een enorme verscheidenheid aan zichten en oriëntatie, wat de open verkaveling een specifiek landschappelijk karakter geeft, aanleiding tot de latere benaming "Knokke-Tuin der Noordzee". Bovendien is de afbakening van kavels erop afgestemd om een maximum aan rust en privacy te garanderen.
Een eerste bouwreglement, daterend van maart 1909, het z.g. "Cahier des charges général pour la vente des terrains et des villas", eveneens opgesteld door Joseph Stübben in opdracht van de Compagnie Immobilière Le Zoute, moet een exclusieve kwaliteitsarchitectuur garanderen. Aan de eigenaars worden strenge voorschriften voorgelegd om te komen tot een homogeen geheel, dit inzake o.m. hygiëne (aansluiting op rioleringen), respecteren van bouwhoogte en rooilijnen, modaliteiten van betaling en verplichting om binnen één jaar te bouwen. Een tweede bouwreglement van 1921 geeft aanvullingen met betrekking tot het architectuuresthetisch en het materieel-technisch aspect.
In een conventie van 1908 tussen de Staat en de Compagnie wordt beslist de bestaande zeedijk van Knokke 1500 m uit te breiden in oostelijke richting tot aan de Oosthinderstraat, de z.g. "Leopolddijk", de huidige Zeedijk-Het Zoute; de eerste steenlegging gebeurt op 5 juli. Tevens aanleg van het Albertplein, het toenmalige Leopoldplein (1908-1909). Tussen 1909-1912 verlenging van de dijk met 425 m tot aan de z.g. Lekkerbek en aanleg van vier golfbrekers. Verkaveling van de grond langs de zeedijk in rechthoekige blokken bestemd voor aaneengesloten bebouwing, in contrast met de meer landinwaarts geplande tuinwijk. In 1909 bouw van het "Grand Hôtel du Zoute" als kiem voor de verdere ontwikkeling van de badplaats met de bouw van de eerste villa's en hotels, o.m. "Terminus", "Zomerlust" en "Hotel Jacobs". Aanleg van o.m. Helmweg, Elisabetlaan, Zoutelaan, Sparrendreef en Kustlaan, laatstgenoemde parallel met de zeedijk en ermee verbonden door vijf "rampes" of hellingen.
In 1911 bouw van de "St. George Anglican Church" op de hoek van de Zoutelaan en de Nieuwpoortstraat naar ontwerp van architect A. Pirenne, ter vervanging van de te klein geworden meer westelijk gelegen eerste Engelse kapel.
De Compagnie realiseert nog vóór de Eerste Wereldoorlog alle openbare nutwerken die nodig zijn voor een duurzame ontwikkeling van de badplaats. In 1910-1911 oprichting van de "SA Eclairage Electrique du Zoute" met locatie dichtbij het kruispunt van de Zoutelaan en de Piers de Raveschootlaan. In 1912 wordt de elektrische tramlijn doorgetrokken van Blankenberge tot Het Zoute. In het najaar van 1912 leveren prospectieboringen naar steenkool in de buurt van de Lekkerbek opborrelend zout water op; op deze kunstmatige bron oprichting van een klein gebouw bereikbaar vanaf de zeedijk via een smal pad. In 1914 bouw van de z.g. "Source Thermale" of "Trinkhall" naar ontwerp van architect A. Pirenne (Knokke), tot 1925 in gebruik als kuuroord. In de jaren 1913-1914 wordt een waterleidingnet aangelegd. In een eerste fase gebeurt dit in de Brem-, Albert-, Piers de Raveschoot-, Elisabet- en Zoutelaan. In de Brabantse Panne worden 30 boorputten voorzien voor de eigen waterwinning. Eerste zuiveringsstation aan de Zoutelaan en de huidige Marcellaan naar ontwerp van architecten Boddon en Pompe, uitgevoerd door firma Watté en Demuyter, in gebruik tot 1927-1928. Daarnaast wordt ook aandacht geschonken aan het recreatieve aspect. Zo wordt in de periode 1912-1914 een nieuw -huidig- golfcircuit uitgebouwd naar ontwerp van de Britse golfontwerper H.S. Colt. Dit gebeurt na aankoop van gronden in de Brabantse panne, de Blinkaartduinen en de Magere Schorre door de "Knocke Golf Club Soc. Coopérative", die twee golfterreinen met omlopen van 18 holes laat aanleggen, waardoor het natuurlijk uitzicht van het gebied grotendeels verloren gaat. Tevens bouw van een clubhouse (1910) en villa (1912) als verblijf voor de golfleraar nabij de Binnenhoflaan. Ook worden in 1910 tennispleinen aangelegd in de Zoutelaan en vanaf 1911 vliegmeetings gehouden ter hoogte van de huidige Zwinbosjes.
Vanaf 1913-1914 start de Compagnie een grootscheepse publiciteitscampagne voor de nieuwe badplaats Het Zoute, waarin de nadruk gelegd wordt op de combinatie van de charme van het landschap en het moderne comfort van de voorzieningen, waardoor het aantal badgasten al spoedig stijgt en de bouwactiviteit op gang komt.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt het duinengebied door de Duitsers uitgebouwd ter verdediging van de marinebasis te Zeebrugge. Het golfcircuit wordt in gebruik genomen als oefenterrein, met aanleg van o.m. loopgraven, bunkers en artillerie-instellingen. In de Zwinduinen aan de Lekkerbek wordt een batterij opgetrokken. Na de oorlog werkt de Compagnie verder aan de uitbouw van Het Zoute. De faam van deze villawijk met alle modern comfort, diverse sportvoorzieningen, nabijheid van natuur en zee was in de jaren 1920 bekend in heel Europa. Aanleg van de Bronlaan doorheen de Kleine Vlakte en verlenging van de zeedijk vanaf de Lekkerbek in 1923. De tramlijn Station-Van Bunnenplein wordt verlengd tot het huidige Albertplein en in 1928-1929 via een dubbel spoor langs de Kust- en Bronlaan uitgebreid tot de Oosthoek en de grens met Nederland (Retranchement); daarnaast opening van de lijn Albertplein-Lippenslaan via de Elisabet- en Zoutelaan zodat in lussen kan gereden worden.
In 1926 wordt ten zuiden van het golfterrein, in de huidige Helmweg, een "waterkasteel" opgericht naar ontwerp van ingenieur Putzeys, in 1928 aangepast om het Albertstrand te voorzien van water. Het gemeentebestuur neemt de installatie over van de Compagnie. Een nieuw waterzuiveringsstation wordt gebouwd aan de Hazegrasstraat door aannemer A. Lamote (Knokke). In 1929 is er een overeenkomst tussen de Compagnie en het Ministerie van Verkeerswezen, waardoor het Bestuur der Luchtwegen een dertigjarige concessie krijgt voor een burgerlijk vliegveld. Aanleg ervan op een stuk grasland in de Kleine Vlakte, ten noorden van de Hazegraspolderdijk en ten zuiden van het latere Zwinreservaat. Het vliegveld beschikt over een stationsgebouw, een douanekantoor, een buffet-restaurant en een vlieguigloods.
In 1929 en 1930 verlenging van de Zeedijk met respectievelijk 713 m en 900 m tot aan de Oosthoekdijk in het Hazegras. Dankzij de gunstige wisselkoers kent het hotelwezen de grootste bloei in de periode 1920-1929. Lokale bewoners richten pensions in of laten hotels optrekken, o.m. "Memlinc Hotel" aan het huidige Albertplein en "Hotel Savoye". Langs o.m. de Zoute- en Prins Karellaan verschijnen nieuwe villa's. In de Sparrendreef wordt in 1924-1925 de Dominicanenkerk of het "Zoutekerkje" gebouwd naar ontwerp van architect J. Viérin (Brugge). In 1928-1929 richt men een paardenmanège op; tussen de Lekkerbek en de Oosthoek wordt een terrein aangelegd voor paardenrennen. Tevens start men met de gerenommeerde "Concours Hippique International du Zoute". De tennisterreinen worden uitgebreid en een tweede golfterrein wordt aangelegd; aanleg van een minigolf aan de Zoutelaan (1930). In de jaren 1930 komt het sociaal toerisme op gang door een verbetering van de maatschappelijke situatie van de arbeidende klasse. Dit komt echter minder aan bod in de badplaats Het Zoute, gezien het uitgesproken residentiële karakter. Verderzetting van periode van grote bloei, cf. de instelling van een directe treinverbinding vanuit Parijs, de opening van een luchtlijn naar Engeland, de vestiging van filialen van gerenommeerde winkels uit Brussel, de aanleg van een nieuwe golf aan de Lekkerbek (1936) en de bouw van een Koninklijke Villa (1934) naar ontwerp van J. Viérin aan de rand van het Zwin. In 1936 is de inhuldiging van de eerste badinstelling op het strand van de Zoute-Compagnie naar ontwerp van architect A. Dugardyn (Brugge) en uitgevoerd door aannemer N.V. Trabeka (Brussel). In hetzelfde jaar ontstaan door een hevige storm ontzandingproblemen. In 1938 wordt de Zeedijk doorgetrokken tot aan de Zwinduinen, waar men hem laat eindigen om erachter de natuur vrij spel te geven. Tijdens het interbellum is Het Zoute een internationale badplaats van allure geworden die op het punt staat Oostende in exclusiviteit voorbij te streven. De residentiële villawijk krijgt gestalte door realisaties van architecten als o.m. R. Heyneman (Knokke), A. Pirenne (Brussel), V. Taelemans (Brussel), F. Tilley (Brussel), J. en L. Viérin (Brugge), A. Dugardyn (Brugge), F. Vervalcke (Knokke).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het tracé van de tramlijn Zoute-Oosthoek-Retranchement afgeschaft. De recent gebouwde badinstellingen worden volledig vernietigd door de Duitse bezetter; tevens verwoestingen aan o.m. golf, tennis, en het vliegveld. Na de oorlog bouwt de Compagnie een aangepaste badinstelling met open terras, beter gekend als de "Prado".
In de jaren 1950 blijft het ontzandingvraagstuk aanhouden; ter hoogte van de Lekkerbek worden arduinblokken met rijswerk in zee geworpen om de aantasting van de duinen tegen te gaan. In 1952 wordt het golfcircuit aan de Lekkerbek afgeschaft; de Golf Club krijgt een ingang langs de Sparrendreef. Tevens optrekken van een nieuw tennisterrein nabij het kruispunt van de Astridlaan en Bronlaan (1946) en bouw van een nieuwe paardenmanège (1955) aan de Zoutelaan bij de Oosthoek, in 1974 reeds gesloopt. In 1952 stichting van het natuurreservaat Het Zwin. In 1960 komt er een einde aan de concessie voor de luchthaven die definitief gesloten wordt.
Na de sloop van de inmiddels leegstaande badinstelling de "Prado" wordt na een architectuurwedstrijd in 1991 een nieuwe sanitaire installatie op de zeedijk gebouwd naar ontwerp van architect H. De Keyser. In 1992 start men met een verbindingsleiding van het "Waterkasteel" naar de watertoren van Duinbergen met reservoirs op beide locaties ten bate van de seizoensbezetting. Als één van de weinige badplaatsen heeft Het Zoute na de Tweede Wereldoorlog haar exclusief karakter grotendeels weten te behouden, zowel wat de aard en het niveau van de geboden voorzieningen betreft als de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Toch wordt ook hier de authentieke dijkbebouwing uit het begin van de 20ste eeuw vanaf de jaren 1950 systematisch vervangen door grootschalige appartementen. In de loop van de jaren 1980 en 1990 verdwijnen vele hotels o.m. door de seizoensspreiding. Een ander fenomeen in Het Zoute is dat van de z.g. "tweede verblijvers", wat in bepaalde periodes van het jaar een verdubbeling van de bevolking teweegbrengt.
Bij de uitbouw van Het Zoute komen twee soorten verkavelingen tot stand: het gesloten type aan de Zeedijk en de Kustlaan en het open verkavelingtype ten zuiden ervan. Op geen enkele wijze wordt gepoogd een ruimtelijke integratie tot stand te brengen tussen deze twee wijken. De noordelijke strook aan de zee wordt gekenmerkt door een strak stratenpatroon van de min of meer evenwijdig verlopende dijk en Kustlaan, waartussen de loodrechte "rampes" of hellingen. De architectonische samenhang die nog enigszins bestaat in de eerste helft van de 20ste eeuw, gaat de laatste decennia verloren als gevolg van de vrijwel volledige transformatie tot een hoogbouwfront van appartementen, dat zich nauwelijks onderscheidt van andere Belgische badplaatsen.
Voor het stedenbouwkundig concept van het eigenlijke Zoute, in casu de villawijk, opteert Joseph Stübben voor een aanlegplan met een niet-stedelijk karakter. Wel voorziet hij ruimte voor een kleine agglomeratie met rijbebouwing op de plaats van het oude gehucht in de driehoek Emile Verhaerenlaan-Amerikapad-Sparrendreef. Thans concentratie van handels- en horecafunctie in dit gebied, dat samen met de Dominicanenkerk en de pastorij als het ware een "dorpssite" in het centrum van de villawijk vormt.
Geïnspireerd door de tuinwijkgedachte is de villawijk aangelegd met een fijnmazig en gedifferentieerd wegennet dat rekening houdt met het oorspronkelijk duinenlandschap en zich schikt naar het reliëf. Opbouw rond enkele hoofdassen bestemd voor snelle verbindingen en doorgaand verkeer, met name ten westen de gebogen Elisabetlaan, die Het Zoute verbindt met Knokke-Bad, -Albertstrand, Duinbergen en Heist, en meer centraal de oost-west verlopende rechte Zoutelaan met haaks erop de Sparrendreef. Dit raster wordt ingevuld door straten of lanen voor plaatselijk verkeer, met elkaar verbonden door kronkelende wandelpaden of "sentiers". Sommige villa's hebben een bijkomende uitweg via een privé-pad.
De duingrond is verdeeld in grote kavels, waarbij rekening gehouden wordt met de talrijke aanplantingen uitgevoerd op het einde van de 19de eeuw. Naast de afgezoomde lanen worden de slingerende paden voorzien van laag gehouden knotwilgen en trilpopulieren, met hier en daar pleintjes of blijvende stukken duin; sparren en dennen wisselen loofbomen af. Op de ruime percelen worden villa's ingeplant met een tuin en een omheining van levende hagen of lage stenen tuinmuurtjes.
Voor de architectonische invulling van Het Zoute wendt men een bouwtrant aan die rond de eeuwwisseling in de mode raakt in o.m. De Haan, Koksijde en De Panne. De Engelse traditionele of landelijke woning, de z.g. "cottage", waarvan de karaktervolle vormgeving veelal geïnspireerd was door de "Arts and Crafts"-beweging, staat model voor de villa's in deze nieuwe badplaatsen. Door strenge bouwvoorschriften streeft men naar een homogeen geheel, hoewel elk gebouw zich individueel profileert, zodat geen echte uniformiteit ontstaat. Té moderne projecten wijst de Compagnie echter af. De cottages hebben een pittoresk silhouet door een veelal onregelmatig grondplan, niet alleen door de vele "insprongen" cf. voorportalen en loggia's, maar tevens door aantal uitbouwen cf. hoektorentjes, steunberen, erkers, balkons en trappartijen. Hierdoor ontstaat vaak een typerende licht- en schaduwwerking. De opbouw van de gevel is meestal gelaagd en bestaat uit een onderbouw met vierkantsverdeling en een bovenbouw met verschillende puntgevels. Dit wordt versterkt door een afwisselend materiaalgebruik met vaak duidelijke drieledigheid, cf. een bakstenen sokkel en/of benedenverdieping, erboven een bepleisterde bouwlaag en een met vakwerk opgevuld gevelveld. Typerend is het gebruik van natuurlijke materialen als baksteen, hout en riet (dak). Het vakwerk is zelden structureel en wordt enkel als sierelement gebruikt. De bekroning gebeurt vaak door een rijke combinatie van verschillende dakvormen, met vaak steile dakhellingen en sterk overkragende kroonlijsten die grote delen van de vrijstaande gevels beschermen tegen o.m. wind en regen. Veelvuldige onderbrekingen van de dakstructuur door dakkapellen en schouwen. Dikwijls is er een monumentaal uitgewerkte schouwpartij die beeldbepalend is door zijn opvallende plaatsing. Houtwerk met veelal kleine ruithouten ofwel glas-in-lood met rechthoekige verdeling. Veelvuldig voorkomen van rol- en vensterluiken, enerzijds voor de beveiliging van de vaak enkel in de zomer bewoonde verblijven, anderzijds als verwijzing naar de landelijke architectuur.
De oorspronkelijke indeling van de woning houdt rekening met de vertrekken van het dienstpersoneel die gescheiden waren en bereikbaar via afzonderlijke trappen. Het plan is vaak ontworpen vanuit de binnenruimte, cf. voorkomen van raamerkers, zithoekjes, onregelmatig ingedeelde ruimtes, waarbij men tevens een maximaal plaatsgebruik beoogt door o.m. aanbrengen van wandkasten. Omwille van het vaak glooiend bouwterrein rust de woning als het ware op een sokkel, waarin kelderverdieping en garage werden ondergebracht. Trappartijen overbruggen het hoogteverschil naar de inkom via enkele plateaus en door een regelmatig veranderende richting. De grote tuinen zijn eveneens vaak aangelegd naar Engels model, cf. weinig opvallende paden, onregelmatige bloemperken en vijverpartijen. Wel houdt men rekening met o.m. de stijl van de woning zelf, en de situering tegenover het landschap of de aanpalende tuinen. Terrassen en loggia's leggen de relatie tussen de villa en de tuin, zodat er een minder abrupte grens ontstaat tussen de binnen- en buitenruimte. Typerend zijn tevens de omheiningmuren, bestaande uit lage bakstenen muurtjes op regelmatige afstanden opgetrokken in smalle pijlers afgedekt met rode tegels. Geheel ingevuld met houten borstwering waarachter vaak een haag.
Na de Eerste Wereldoorlog manifesteert zich de verdere evolutie en uitbouw van de typologie van de cottagearchitectuur. Het grondplan wordt onregelmatiger, neiging tot complexer dakenspel en meer visuele diversiteit door o.m. invloed van de Normandische stijl. Vooral in de jaren 1920 zijn er nieuwe impulsen vanuit de bestaande stijlen. Zo groeit de vermenging met art-deco-elementen uit tot een typische stijl die in de wijk veelvuldig wordt toegepast, cf. o.m. verwerking van baksteen in strak maar decoratief verband en horizontaal voegwerk. Tevens sporen van modernisme in de vaak volledig bepleisterde gevels, doorlopende vensterregisters en toepassing van buisleuningen. Voorbeelden van de zeldzame zuiver modernistische villa's zijn "Villa Paquebot" (1935) in de Sparrendreef nr. 44 naar ontwerp van architect L.H. De Koninck en de dubbelvilla * "Noordhinder-Westhinder" (1931) op de hoek van de Zeedijk (nrs. 835-836) en de Windrooshelling naar ontwerp van architect H. Van de Velde.
Vanaf de jaren 1940-1950 zal de landelijke stijl steeds meer de bovenhand krijgen in de wijk met vage imitatie van de "hoevestijl" cf. de massievere volumes, het minder toepassen van vakwerk en het verdwijnen van de gelaagdheid door een uniforme gevelbehandeling, in casu witgeschilderde gevels met zwarte plint; tevens vaak witgeverfd schrijnwerk. Uitzonderingen hierop zijn o.m. de woning "Zeeëgel" van 1964-1965 naar ontwerp van architect J. Dupuis (Magere Schorre nr. 54) en villa "Le Pangolin" van 164-1968 naar ontwerp van architect A. Jacqmain (Berkenlaan nr. 11). In deze woningen wordt een kwalitatieve, hedendaagse architecturale stijl toegepast.
Ofschoon Het Zoute nog steeds zijn residentiële karakter bewaart, is er in de loop van de tweede helft van de 20ste eeuw een evolutie van de villa als privé-woonhuis voor één gezin naar vakantiewoning en flatappartement. Hierdoor vaak opsplitsingen in studio's en appartementen; tevens bijkomende ingrepen o.m. het dichten van voorportalen en loggia's en wijzigingen van de typerende materiaalverhoudingen. Door de toeristische schaalvergroting worden bovendien villa's aan de rand van de wijk vaak omgevormd voor handels- en horecadoeleinden, met de nodige verbouwingen op de begane grond.
100 jaar Compagnie Het Zoute
De Compagnie Het Zoute is opgericht op 1 mei 1908 en viert aldus dit jaar haar 100e verjaardag.Het is niet elke onderneming gegeven deze respectabele leeftijd te bereiken en het is eveneens een feit dat elke onderneming in haar bestaan betere en mindere tijden heeft gekend. Daarom ook is het des te belangrijker niet voorbij te gaan aan deze verjaardag.In het begin van de vorige eeuw is het toerisme langs onze kusten ontstaan. Dit heeft geleid tot het ontstaan van een belangrijk aantal badsteden, verspreid over Europa.Knokke was toen een klein dorpje dat in veel gevallen niet eens een plaats verdiende op de geografische of toeristische kaart. De familie Lippens bezat sinds de 18e eeuw gronden in Het Zoute. Bovendien heeft de familie een belangrijke rol gespeeld in de laatste indijkingen die aan onze streek haar huidig patroon hebben bezorgd. In den beginne hadden de grondverwervingen en inpolderingen enkel tot doel de landbouwactiviteiten uit te breiden. Zoals eerder reeds vermeld liet het ontstaan van toeristische activiteiten toe een nieuwe visie te ontwikkelen en de uitbouw van een heuse badstad mogelijk te maken. De familie werd zich snel bewust van de noodzaak om versnippering tegen te gaan en was ervan bewust dat grotere entiteiten grond een gestructureerde, doordachte en kwaliteitsvolle uitbouw mogelijk konden maken. Deze zorg werd eveneens gedeeld door de familie Piers de Raveschoot, die van in den beginne het project heeft ondersteund.Van meet af aan werd daarbij door de oprichters van de Compagnie Het Zoute de nadruk gelegd op kwaliteit. Het woord “kwaliteit” wordt echter soms gemakkelijk gebruikt. Daarom lijkt het hier dan ook gepast om de werkelijke invulling ervan toe te lichten. Bij de Compagnie Het Zoute werd en is kwaliteit nog steeds te vinden in : de studie en de integratie van het urbanistiek project binnen de omgeving ; de verregaande aandacht voor de individuele architectuur; de aandacht in het urbanistiek project voor alle vormen van mobiliteit, van wagen tot voetganger; het steeds voorop lopen om zodoende de meest moderne vormen van nutsvoorzieningen aan te bieden ; het stimuleren en zelfs in sommige gevallen het zelf beheren van al hetgeen de toerist en/of de bewoner zal willen gebruik maken, zowel op gebied van vrijetijdsbesteding, sport, cultuur en evenementen. Deze diverse criteria zijn in de loop van de jaren in de praktijk omgezet, wat heeft mogen leiden tot Het Zoute dat op vandaag bij zovelen tot de verbeelding spreekt en een referentie is geworden. De Compagnie heeft echter ook minder leuke tijden gekend. Zo mag men niet vergeten dat beide wereldoorlogen geleid hebben tot een behoorlijk aantal jaren inactiviteit. Bovendien is niet elk initiatief van de Compagnie bekroond geweest met succes. Zo was in de jaren ’70 de bouw van het overdekte zwembad, zoals men soms zegt, “een brug te ver”. Deze en andere problemen hebben toen trouwens ook op financieel gebied de Compagnie veel zorgen gebaard. Dankzij zijn waarden, slaagde de Compagnie er telkens in adequaat te reageren en elke tegenslag om te vormen in een nieuwe kans. Ook heeft de Compagnie moeten vaststellen dat, vooral sinds de jaren ’70, het ecologisch bewustworden zich uiterst kritisch heeft opgesteld t.o.v. de Compagnie.Het was dan ook niet altijd evident om een nieuw evenwicht te vinden tussen de uiteenlopende visies daaromtrent. Een van de meest atypische initiatieven van de Compagnie Het Zoute, en dan voornamelijk onder impuls van Graaf Léon Lippens, is de oprichting geweest in 1952 van het natuurreservaat Het Zwin. Ten eerste was Het Zwin in zijn tijd het grote voorbeeld dat menig natuurpark over de hele wereld heeft geïnspireerd. Ten tweede lijkt het eigenaardig dat een vastgoedonderneming een groot gedeelte van haar mooist gelegen eigendommen, niet te gelde maakt en “opoffert” aan de natuur. Dit is voor de Compagnie het bewijs van haar natuurbewustzijn door de jaren heen. De Compagnie blijft dan ook met bijzondere belangstelling de evolutie van Het Zwin volgen. Een verjaardag als deze is echter meer dan ooit aanleiding om naar de toekomst te kijken. Uiteraard zal de Compagnie in Knokke-Heist ruim en prominent aanwezig blijven, maar het is tijd geworden om de vleugels uit te slaan. De Compagnie is sinds het jaar 2000 actief in het noorden van Frankrijk. Dit is slechts een begin. In de komende jaren zal de onderneming meer dan ooit actief zijn op andere plaatsen, in België en in het buitenland. De Compagnie Het Zoute heeft ongetwijfeld in bepaalde mate Het Zoute gemaakt tot wat het is en meent daar fier op te mogen zijn. De onderneming wenst deze ervaring uit te dragen zodat, indien mogelijk, meer plaatsen kunnen ontstaan waar de mens centraal staat en waar het leuk is om te toeven.
De Compagnie Het Zoute
Op 1 mei 1908 sticht de familie Lippens de Compagnie Het Zoute. Diverse leden van deze familie behoren tot de oprichters. De dagelijkse leiding is in handen van twee neven: Raymond en Maurice Lippens. De naam van de onderneming gaat terug naar een streekeigen naam, die rechtstreeks verwijst naar de schorren, namelijk een “zoute schorre”. De dubbele hoofdbedoeling van de creatie van de Compagnie Het Zoute was enerzijds om een versnippering van de eigendommen van de familie te voorkomen en anderzijds een versnippering tegen te gaan van de ruimtelijke ordening in Knokke Het Zoute. Evenzeer speelde immers al van in die begindagen van de Compagnie Het Zoute een urbanistisch-architecturale visie mee, met name het beschermen van het unieke Knokse landschap. Naast de familie Lippens was er ook nog de familie Piers de Raveschoot, die initieel ook mee in het aandeelhouderschap stapte, omdat ook zij diverse landeigendommen in Knokke bezat. Later zou deze familie de Compagnie verlaten, maar deze onderneming werd in 1931 dan weer versterkt door de fusie ervan met een aantal kleine vennootschappen, die alle in handen waren van de familie Lippens en een aantal verwante families. In de loop der tijden zou het aantal families dat betrokken is bij de Compagnie Het Zoute nog verder uitbreiden.
Een nieuw gezondheidsideaal ingevoerd door de Britten
Het feit dat een vastgoedonderneming zoals de Compagnie Het Zoute in het begin van de twintigste eeuw werd opgericht, was geen uitzonderlijke gebeurtenis. Eerder integendeel. Op het einde van de negentiende eeuw ontstond zowat overal in Europa een voor die tijd nieuw gezondheidsideaal, waarbij de kuststreken, dankzij onder meer de gezonde zeelucht, een nieuw toevluchtsoord werden. Bijna alle badplaatsen tussen de Waddeneilanden in het noorden en de Seine in het zuiden, hebben in die periode een belangrijke invloed ondergaan van Britse onderdanen, die zich langs die kustlijn, “op het continent” gingen vestigen. Zo ontstond er een kleine maar niet onbelangrijke Britse kolonie in het Brugse. Deze uitgeweken Britten importeerden haast vanzelfsprekend hun nationale sporten zoals tennis en golf naar de andere kant van de Noordzee. Ook is er nog steeds een Anglicaans kerkje in Knokke aan de Zoutelaan. Aangezien de familie Lippens gronden bezat in Knokke, zag ze er meteen de “toerisme”-mogelijkheden van in. In die tijd was toerisme, voor het grote publiek althans, nog een onbekende uitdrukking. De familie Lippens ontplooide meteen een aantal initiatieven en werkte mee aan de aanleg van de Royal Golf Het Zoute, dat meteen één van de oudste, tevens mooiste golfterreinen van het Europese continent werd. Ook werden de tennisvelden van de Tennisclub in het Zoute aangelegd. Als vanzelfsprekend volgden daaruit het aanleggen van verkavelingen. Dezelfde dynamiek als in Knokke trof men elders aan, zoals onder meer in De Haan, Hardelot en Le Touquet.
Eenheid in verscheidenheid
Voor de realisatie van haar urbanistisch-architecturaal project deden Raymond en Maurice Lippens een beroep op de befaamde Duitse urbanist Hermann-Joseph Stübben. Deze toonaangevende stedenbouwkundige was in het begin van de twintigste eeuw een veel gevraagd ontwerper. Zo tekende hij de Concessie te De Haan, de villawijk in Duinbergen, en werkte hij tal van andere projecten uit in Brussel, o.m. in opdracht van Koning Leopold II, zoals onder meer het Ter Kamerenbos en de Tervurenlaan. Stübben maakte een eerste urbanisatieproject voor Het Zoute. Op basis daarvan werd een verkaveling uitgetekend en werden meteen stedenbouwkundige voorschriften opgesteld – een primeur voor die tijd. Na het bekomen van de verkavelingvergunningen, werden de loten grond verkocht. In de beginjaren van de Compagnie Het Zoute was het eerder uitzonderlijk dat de Compagnie zelf als bouwheer optrad. Haar rol was beperkt tot urbanistisch ontwerper en verkavelaar. In die beginjaren werden dus kavels verkocht, waarop de eigenaars dan zelf konden bouwen, mits inachtneming van de architecturale en urbanistische voorschriften uit het lastenboek van de Compagnie. Het doel van dat lastenboek was eenvoudig: zorgen dat een bepaalde kwaliteit in de bouwwerken werd gehandhaafd, en het bereiken en beschermen van een architecturale visie van “eenheid in verscheidenheid”. Die voor die tijd revolutionaire kijk op de ruimtelijke ordening van een uniek gebied zoals Het Zoute – een dorp aan de kustlijn, palend aan een natuurgebied met die naam – heeft uiteindelijk geleid tot het hedendaagse Knokke: een enige badplaats, met een uitzonderlijke verwevenheid tussen natuur (de natuurgebieden Het Zwin en de Zwinbosjes), de recreatieve voorzieningen zoals de Golfclub en de Tennisclub en de typische Knokse bouwstijl van de villa’s en andere wooneenheden.
Ook een waterzuiveringsinstallatie en een vliegveld
Het feit dat een privé-onderneming instond voor de vormgeving en inrichting van een gemeente – toen nog een dorp – als Knokke Het Zoute, was op het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw de normale manier van werken. “Stedenbouwkundige verordeningen” en “ruimtelijke ordening” waren begrippen die nog niet geboren waren. In die periode waren tal van ondernemingen als de Compagnie Het Zoute actief. Om het in hedendaagse taal uit te drukken, bouwde de Compagnie een “resort”, zoals dat ook gebeurde in bijvoorbeeld De Haan – met de Concessie. De Compagnie nam haar rol ook heel ernstig. Zo bouwde zij enkele kerken, een zwembad en werkte zij ook mee aan de aanleg van het vliegveld (dat van 1929 tot in 1959 in gebruik bleef). In de idee van het resort pasten ook initiatieven zoals het befaamde concours hippique en de zeebaden. Trouwens niet al die initiatieven waren winstgevend. Sommige waren chronisch verlieslatend, zoals bijvoorbeeld het beheer en het onderhoud van Het Zwin. Maar activiteiten zoals natuurbehoud en -bescherming behoorden vanaf het prilste begin van de werking van de Compagnie Het Zoute onlosmakelijk tot haar opzet. Dat was niet alleen geïnspireerd door een “groene” visie avant la lettre, maar getuigde tevens van een gezonde commerciële visie: residentiële bewoners wilden graag wonen in een omgeving waar alles aanwezig was: de zee, het groen, de recreatie (golf, tennis, …). De Compagnie Het Zoute was voor haar tijd ook nog op andere terreinen innoverend, meer bepaald op het gebied van nutsvoorzieningen. Zo bouwde de Compagnie een modern rioleringsstelsel, werden alle nutsleidingen meteen ondergronds aangelegd (wat toen heel uitzonderlijk was) en bouwde ze één van de eerste waterzuiveringstations van het land.
Gemeentehuis voor één symbolische frank
Aangezien de familie Lippens belangrijke landeigendommen bezat, is ze van meet af aan een belangrijke partner geweest bij de groei en de bloei van de gemeente Knokke. Zo heeft ze van in het begin diverse initiatieven genomen en actief meegewerkt aan tal van projecten. Zo verkocht de Compagnie bijvoorbeeld de grond waarop het latere gemeentehuis werd gebouwd, voor één symbolische frank aan de gemeente. Ook schonk de Compagnie de grond voor het latere Alfred Verweeplein – gelegen voor het gemeentehuis – voor “het houden van een wekelijkschen markt”. Deze en andere initiatieven werden door de bevolking duidelijk op prijs gesteld. In die mate dat de gemeente in de jaren twintig besliste om de hoofdstraat van de gemeente te noemen naar de familie Lippens, uit erkentelijkheid voor wat ze gedaan had voor Knokke. In die tijd stond er trouwens nog geen Lippens aan het hoofd van de gemeente…! In de beginjaren bezat de Compagnie het Zoute ca. 1.100 ha gronden. Dat waren toen vnl. landbouwgronden en duingebieden. Dat alles vertegenwoordigde toen iets minder dan een kwart van het grondgebeid van de toenmalige gemeente. Knokke, Het Kalf en De Oosthoek waren toen – begin twintigste eeuw – nog kleine dorpskernen met een gezamenlijke bevolking van hooguit een duizendtal inwoners. De familie Lippens is sinds de tweede helft van de negentiende eeuw actief geworden in de streek van Knokke. De familie was oorspronkelijk afkomstig uit Oost-Vlaanderen, waar ze aan de slag was als landmeter en landbouwer. Gaandeweg vestigde één van de takken van de familie Lippens zich in Knokke en was daar vooral actief in de landbouw en in het winnen van grond op de zee door middel van inpoldering. Vandaag is de Compagnie Het Zoute eigenaar van landbouwgronden, de Royal Zoute Golf Club, de Vlindertuin, de Royal Zoute Tennisclub, de minigolf, zestien fermettewoningen die verhuurd worden, en verder van gronden met weinig of geen economische waarde.
Aandeelhouders en bestuur
Voorzitter van de Raad van Bestuur is Graaf Maurice Lippens. De Raad van Bestuur telt dertien leden, waarvan drie onafhankelijke niet familiale. De Raad van Bestuur vergadert minimaal tweemaal per jaar. Hoewel niet verplicht, heeft de Compagnie afzonderlijke audit- en benoemings- en remuneratiecomités. Sedert 1989 werkt de Compagnie Het Zoute met een externe auditor (op heden Deloitte), ook al was dat eveneens in de beginfase nog niet wettelijk verplicht. De dagelijkse leiding wordt waargenomen door dhr. Philippe Muylle, directeur-generaal. Sedert begin 2008 is de NV Hazegras een filiaal van de Compagnie Het Zoute, omgedoopt tot Compagnie Het Zoute Real Estate. De samenstelling van de raad van bestuur van beide vennootschappen vindt u onder het punt structuur.
4/09/2008
Open Monumentendag in Knokke-Heist
Open Monumentendag is jarig! Het evenement bestaat 20 jaar en dat wordt gevierd met als thema 20ste eeuw. Het Lokaal Comité Knokke-Heist heeft voor de liefhebber van het onroerende erfgoed vier mooie en typische locaties uitgezocht in de gemeente: het Gemeentehuis van Heist, ’t Kasteeltje (voormalige Visserijschool) in Heist, de Watertoren in Duinbergen en Cultuurcentrum Scharpoord in Knokke. Bovendien zijn er twee wandelingen voorzien in Duinbergen en de Prins Karelwijk in Het Zoute. Sincfala, Museum van de Zwinstreek fungeert als infopunt en er is ook een kleine tentoonstelling over de pioniers van het archeologisch onderzoek in Knokke-Heist. Naar traditie zorgt de Pajerotrein voor gratis vervoer tussen de locaties.
Dit is het volledige programma in Knokke-Heist:
A. Gebouwen
Gemeentehuis Heist – Maes en Boereboomplein (Heist)
10 tot 18 uur – doorlopend rondleidingen i.s.m. Heyst Leeft
Modernistisch gebouw uit 1931-1932 van architecten Bailyu (Heist) en Langeraert (Gent).
’t Kasteeltje (voormalige Visserijschool) – Kursaalstraat 55 (Heist)
10 tot 18 uur – doorlopend rondleidingen i.s.m. Gidsenkring Toon Ghekiere
Eclectisch herenhuis uit 1919-1921 van Neirynck als privé-woning van Gustaaf De Jonghe.
Watertoren – Arkadenlaan (Duinbergen)
10 tot 18 uur – doorlopend rondleidingen i.s.m. Gemeentelijk Waterbedrijf
Oorspronkelijk opgetrokken uit rode baksteen met een arduinen sokkel en een metalen kuip. In 1973 vervangen door een betonnen constructie met grotere inhoud.
Cultuurcentrum Scharpoord – Meerlaan 32 (Knokke)
10 tot 18 uur – doorlopend rondleidingen i.s.m. Cultuurcentrum en Bibliotheek
Modern functioneel gebouw uit 1971-1975 van architect Paul Felix (Oostende) gebouwd op een gedeelte van het terrein van de Wilhelm II-Batterij uit de Eerste Wereldoorlog.
Museum Sincfala – Pannenstraat 140 (Heist)
10 tot 18 uur – doorlopend gratis te bezoeken – rondleidingen van ongeveer 50 minuten om 11, 14, 15 en 16 uur.
Tentoonstelling Raakvlak “Pioniers van het verleden: het vroegste archeologische onderzoek in Brugge en ommeland.”
B. Activiteiten
Wandeling Duinbergen – samenkomst aan de hoek Duinendreef/Duinbergenlaan
Wandeling met gids om 10, 14 en 16 uur – Duur: 1,30 uur – Afstand: 5 km.
Tocht zonder begeleiding mogelijk. Brochure te koop aan 2,50 euro in Museum Sincfala.
Wandeling Prins Karelwijk (Het Zoute) – samenkomst dienst Toerisme (Lichttorenplein)
Wandeling met gids om 10, 14 en 16 uur – Duur: 1,30 uur – Afstand: 5 km.
Tocht zonder begeleiding mogelijk. Brochure te koop aan 2,50 euro in Museum Sincfala.
Dit is het volledige programma in Knokke-Heist:
A. Gebouwen
Gemeentehuis Heist – Maes en Boereboomplein (Heist)
10 tot 18 uur – doorlopend rondleidingen i.s.m. Heyst Leeft
Modernistisch gebouw uit 1931-1932 van architecten Bailyu (Heist) en Langeraert (Gent).
’t Kasteeltje (voormalige Visserijschool) – Kursaalstraat 55 (Heist)
10 tot 18 uur – doorlopend rondleidingen i.s.m. Gidsenkring Toon Ghekiere
Eclectisch herenhuis uit 1919-1921 van Neirynck als privé-woning van Gustaaf De Jonghe.
Watertoren – Arkadenlaan (Duinbergen)
10 tot 18 uur – doorlopend rondleidingen i.s.m. Gemeentelijk Waterbedrijf
Oorspronkelijk opgetrokken uit rode baksteen met een arduinen sokkel en een metalen kuip. In 1973 vervangen door een betonnen constructie met grotere inhoud.
Cultuurcentrum Scharpoord – Meerlaan 32 (Knokke)
10 tot 18 uur – doorlopend rondleidingen i.s.m. Cultuurcentrum en Bibliotheek
Modern functioneel gebouw uit 1971-1975 van architect Paul Felix (Oostende) gebouwd op een gedeelte van het terrein van de Wilhelm II-Batterij uit de Eerste Wereldoorlog.
Museum Sincfala – Pannenstraat 140 (Heist)
10 tot 18 uur – doorlopend gratis te bezoeken – rondleidingen van ongeveer 50 minuten om 11, 14, 15 en 16 uur.
Tentoonstelling Raakvlak “Pioniers van het verleden: het vroegste archeologische onderzoek in Brugge en ommeland.”
B. Activiteiten
Wandeling Duinbergen – samenkomst aan de hoek Duinendreef/Duinbergenlaan
Wandeling met gids om 10, 14 en 16 uur – Duur: 1,30 uur – Afstand: 5 km.
Tocht zonder begeleiding mogelijk. Brochure te koop aan 2,50 euro in Museum Sincfala.
Wandeling Prins Karelwijk (Het Zoute) – samenkomst dienst Toerisme (Lichttorenplein)
Wandeling met gids om 10, 14 en 16 uur – Duur: 1,30 uur – Afstand: 5 km.
Tocht zonder begeleiding mogelijk. Brochure te koop aan 2,50 euro in Museum Sincfala.
28/08/2008
Transport langs de kust meet zich met de vrachtwagen
Kustvaart –transport per schip dichtbij de kust, van haven tot haven – wordt vaak genoemd als alternatief voor vrachtvervoer. Maar er kleven milieunadelen aan.
Een vrachtwagen is niet altijd sneller dan een schip. Kustvaart kan zelfs een flink stuk goedkoper zijn, maar heeft één grote handicap: ze is minder milieuvriendelijk. Dat blijkt uit een studie die vanmorgen door het Vlaamse centrum voor shortsea shipping – dat scheepvaart langs de Europese kusten, van haven tot haven, stimuleert – werd gepresenteerd samen met de universiteit van Leuven en het Nederlandse onderzoeksbureau TNO.
Het centrum organiseerde de afgelopen maanden een wedstrijd tussen een kustvaarder en een vrachtwagen. Doel was na te gaan welk vervoermiddel beter presteert op het vlak van tijdsduur, prijs en emissies. Ook de economische efficiëntie – de mogelijkheid tot terugvracht – en de mogelijkheid om via draadloze communicatie het transport te volgen werd getest.
Op de Turkse route (van Antwerpen naar Istanbul) blijkt het vervoer per schip slechts twee dagen langer te duren dan op de weg. Het tarief voor het vervoer per vrachtwagen is echter 200 tot 270 procent duurder. Op het middellange traject (van Gent naar Stockholm) zijn schip en vrachtwagen even snel, als de rustpauze op de weg wordt meegeteld. De totale reistijd bedraagt 37 tot 39 uren. Ook in prijs zijn beide aan elkaar gewaagd.
Dezelfde conclusie geldt voor het traject naar Ierland (van Zeebrugge naar Newbridge). Het verschil in tijdsduur – negen uur – is niet zo groot, vooral omdat de vracht per schip ook 149 kilometer per truck over de weg moet worden vervoerd. In prijs is kustvaart echter 214 procent goedkoper.
„Dat bewijst dat shortsea shipping met wegvervoer kan concurreren”, zegt Willy De Decker, marktonderzoeker bij het promotiecentrum. „Als de afstand maar lang genoeg is.” Kustvaart van en naar alle havens in de Middellandse Zee, de Oostzee en de Zwarte Zee wordt al jarenlang door de Europese overheid gezien als een belangrijk alternatief om het wegennet in Europa te ontlasten. Dit lijkt echter maar mondjesmaat te lukken.
De afgelopen tien jaar verdubbelde de vracht per kustvaart. Het aandeel in het vervoer binnen Europa is nu 43 procent. Ook in Nederland is de hoeveelheid vracht die via shortsea shipping wordt vervoerd, tussen 1996 en 2006 gestegen met ruim 40 procent. In dezelfde periode steeg het vrachtvervoer op de Nederlandse wegen echter veel sneller, van 7,1 naar 19,6 miljard kilometer per jaar. Maar omdat verdere groei van het vrachtvervoer naar verwachting alleen tot meer files leidt, wordt gerekend op de kustvaart om het congestieprobleem aan te pakken en de emissies van schadelijke stoffen terug te dringen. Het effect van dat laatste wordt echter door de studie genuanceerd.
„Transport over de weg is veel milieuvriendelijker geworden. Het scoort op vervuiling meestal beter dan kustvaart”, stelt Kris Vanherle vast. Volgens de onderzoeker van Transport & Mobility, een samenwerking tussen de Leuvense universiteit en TNO, komt dit doordat op de weg de afgelopen jaren veel strengere milieunormen zijn ingevoerd dan in de zeevaart.
De kustvaart loopt ver achterop. Vooral op het vlak van de uitstoot van stikstof (NOx), zwavel (SO2) en fijnstof blijkt kustvaart – op de drie routes die in de studie werden onderzocht – veel schadelijker te zijn dan wegvervoer. Alleen op het gebied van de emissie van het broeikasgas CO2 haalt de kustvaart betere resultaten. „Shortsea is brandstofefficiënter dan wegverkeer”, legt De Decker uit. „Waardoor het beter scoort dan wegverkeer voor CO2-emissies en dus een belangrijke bijdrage levert aan deKyoto-doelstellingen.”
In april 2008 besloot de IMO, het VN-orgaan voor de internationale scheepvaart, om het bestaande mondiale verdrag over de emissies in de scheepvaart aan te scherpen. Nu al is in de Baltische Zee en de Noordzee een maximaal zwavelgehalte voor scheepsbrandstof van toepassing. Deze regels zullen strenger worden en mondiaal worden uitgebreid tot een maximaal zwavelgehalte van 0,5 procent in 2020 en een reductie van de stikstofemissie voor nieuwe schepen in drie fasen. „We zijn aan een inhaalbeweging bezig die vijf jaar geleden is gestart”, zegt De Decker. Critici stellen dat dit de nodige tijd in beslag zal nemen. Een schip is niet in drie tot vier jaar afgeschreven zoals een vrachtwagen. De investeringskosten zijn ook hoger. Velen vragen zich af wat er straks met de hoogzwavelige residuen gebeurt die aan het eind van het olieraffinageproces overblijven, als de maritieme branche die niet meer als brandstof mag gebruiken.
„Het risico is niet denkbeeldig dat Europa straks – in de plaats van een boterberg of een melkplas – met een brandstofplas wordt geconfronteerd”, aldus De Decker. „En de scheepvaart met een hoger kostenplaatje voor zwavelarme brandstof.”
Een vrachtwagen is niet altijd sneller dan een schip. Kustvaart kan zelfs een flink stuk goedkoper zijn, maar heeft één grote handicap: ze is minder milieuvriendelijk. Dat blijkt uit een studie die vanmorgen door het Vlaamse centrum voor shortsea shipping – dat scheepvaart langs de Europese kusten, van haven tot haven, stimuleert – werd gepresenteerd samen met de universiteit van Leuven en het Nederlandse onderzoeksbureau TNO.
Het centrum organiseerde de afgelopen maanden een wedstrijd tussen een kustvaarder en een vrachtwagen. Doel was na te gaan welk vervoermiddel beter presteert op het vlak van tijdsduur, prijs en emissies. Ook de economische efficiëntie – de mogelijkheid tot terugvracht – en de mogelijkheid om via draadloze communicatie het transport te volgen werd getest.
Op de Turkse route (van Antwerpen naar Istanbul) blijkt het vervoer per schip slechts twee dagen langer te duren dan op de weg. Het tarief voor het vervoer per vrachtwagen is echter 200 tot 270 procent duurder. Op het middellange traject (van Gent naar Stockholm) zijn schip en vrachtwagen even snel, als de rustpauze op de weg wordt meegeteld. De totale reistijd bedraagt 37 tot 39 uren. Ook in prijs zijn beide aan elkaar gewaagd.
Dezelfde conclusie geldt voor het traject naar Ierland (van Zeebrugge naar Newbridge). Het verschil in tijdsduur – negen uur – is niet zo groot, vooral omdat de vracht per schip ook 149 kilometer per truck over de weg moet worden vervoerd. In prijs is kustvaart echter 214 procent goedkoper.
„Dat bewijst dat shortsea shipping met wegvervoer kan concurreren”, zegt Willy De Decker, marktonderzoeker bij het promotiecentrum. „Als de afstand maar lang genoeg is.” Kustvaart van en naar alle havens in de Middellandse Zee, de Oostzee en de Zwarte Zee wordt al jarenlang door de Europese overheid gezien als een belangrijk alternatief om het wegennet in Europa te ontlasten. Dit lijkt echter maar mondjesmaat te lukken.
De afgelopen tien jaar verdubbelde de vracht per kustvaart. Het aandeel in het vervoer binnen Europa is nu 43 procent. Ook in Nederland is de hoeveelheid vracht die via shortsea shipping wordt vervoerd, tussen 1996 en 2006 gestegen met ruim 40 procent. In dezelfde periode steeg het vrachtvervoer op de Nederlandse wegen echter veel sneller, van 7,1 naar 19,6 miljard kilometer per jaar. Maar omdat verdere groei van het vrachtvervoer naar verwachting alleen tot meer files leidt, wordt gerekend op de kustvaart om het congestieprobleem aan te pakken en de emissies van schadelijke stoffen terug te dringen. Het effect van dat laatste wordt echter door de studie genuanceerd.
„Transport over de weg is veel milieuvriendelijker geworden. Het scoort op vervuiling meestal beter dan kustvaart”, stelt Kris Vanherle vast. Volgens de onderzoeker van Transport & Mobility, een samenwerking tussen de Leuvense universiteit en TNO, komt dit doordat op de weg de afgelopen jaren veel strengere milieunormen zijn ingevoerd dan in de zeevaart.
De kustvaart loopt ver achterop. Vooral op het vlak van de uitstoot van stikstof (NOx), zwavel (SO2) en fijnstof blijkt kustvaart – op de drie routes die in de studie werden onderzocht – veel schadelijker te zijn dan wegvervoer. Alleen op het gebied van de emissie van het broeikasgas CO2 haalt de kustvaart betere resultaten. „Shortsea is brandstofefficiënter dan wegverkeer”, legt De Decker uit. „Waardoor het beter scoort dan wegverkeer voor CO2-emissies en dus een belangrijke bijdrage levert aan de
In april 2008 besloot de IMO, het VN-orgaan voor de internationale scheepvaart, om het bestaande mondiale verdrag over de emissies in de scheepvaart aan te scherpen. Nu al is in de Baltische Zee en de Noordzee een maximaal zwavelgehalte voor scheepsbrandstof van toepassing. Deze regels zullen strenger worden en mondiaal worden uitgebreid tot een maximaal zwavelgehalte van 0,5 procent in 2020 en een reductie van de stikstofemissie voor nieuwe schepen in drie fasen. „We zijn aan een inhaalbeweging bezig die vijf jaar geleden is gestart”, zegt De Decker. Critici stellen dat dit de nodige tijd in beslag zal nemen. Een schip is niet in drie tot vier jaar afgeschreven zoals een vrachtwagen. De investeringskosten zijn ook hoger. Velen vragen zich af wat er straks met de hoogzwavelige residuen gebeurt die aan het eind van het olieraffinageproces overblijven, als de maritieme branche die niet meer als brandstof mag gebruiken.
„Het risico is niet denkbeeldig dat Europa straks – in de plaats van een boterberg of een melkplas – met een brandstofplas wordt geconfronteerd”, aldus De Decker. „En de scheepvaart met een hoger kostenplaatje voor zwavelarme brandstof.”
Abonneren op:
Posts (Atom)