15/11/2007

Wat Brussel schrijft over de Dorpen op Stap...

Dit schrijft "Brussel Nieuws" vandaag over het bezoek van de Vlaamse Dorpen aan onze hoofdstad in het kader van "Dorp op Stap". Vermoedelijk is een en ander met een korreltje zout te nemen.
Dorpelingen die de koninklijke loge in het Paleis voor Schone Kunsten bezetten, frietjes in de kerk eten én het steevast blijven hebben over ‘Vrouwke Pis’. Wanneer een dorp op stap gaat, dan komen cultuur met ‘grote’ en met ‘kleine’ c samen. “Skuune muziek, mor te lange,” zegt een man na een klassiek concert.

‘Goedemiddag, ik ben een product uit West-Vlaanderen, maar ik ben niet eetbaar,” zegt Raymond van het Groenewoud rond de middag in het Paleis voor Schone Kunsten (PSK). Samen met Jan Michiels, Toon Fret en Gwen Cresens beëindigt hij een gesmaakt optreden voor enkele ‘dorpen op stap’.

Bert Anciaux (Spirit), Vlaams minister van Cultuur en Brussel, organiseert samen met het Festival van Vlaanderen (FVV) de zevende editie van Dorp op stap. Voor de deelnemers is alles gratis. Het is de bedoeling kleine dorpen kennis te laten maken met hun grote hoofdstad aan de hand van verschillende culturele activiteiten. De uitverkoren dorpen zijn dit jaar het Antwerpse Heffen, het Limburgse Dorne, het Vlaams-Brabantse Oetingen, het Oost-Vlaamse Kwaremont, het West-Vlaamse Ramskapelle en de Centerbuilding uit Antwerpen-centrum

Het PSK zit afgeladen vol met dorpelingen, allemaal naar Brussel gebracht met de bus. Tijdens het klassiek concert is iedereen stil, behalve een enkeling die tussendoor praat. Of hoest. Of foto’s neemt. Na elk nummer volgt er steevast een luid applaus, waarbij sommigen het niet kunnen laten iets te roepen. “Nog van dat!” De ambiance zit erin.

Vóór het concert waren twee jongeren in de koninklijke loge gaan zitten. Daar namen ze foto’s van de zaal, en van elkaar. Nog voor de muziek aanving, werden ze beleefd uit de vorstelijke stoeltjes weggestuurd. Tijdens het muzikale aanbod zet een Limburgse sfeermaker meermaals een wave in, die de hele balkonverdieping rond gaat. Tot schroom van andere dorpelingen, zoals de delegatie uit Ramskapelle.Na de ochtendmuziek rept iedereen zich naar de Ravensteingalerij, aan de overkant van de straat. In de galerij staan tafels met eten en drank klaar. Iedereen grabbelt erop los. “En pak mij maar enkele sandwiches in. Voor de terugreis,” zegt een oudere vrouw aan een man die sandwiches uitdeelt. De man kan erom lachen. Wanneer iets later een massa mensen zich verdringt aan zijn stand, verdwijnt de glimlach.Tijdens de lunch biedt elk dorp één of meer lokale specialiteiten aan. “Ik heb al van die maantjes (specialiteit uit Heffen, SVdb) geproefd. Nu die nog van de overkant,” zegt een vrouw van middelbare leeftijd tegen haar man. Bij de stand van de Centerbuilding treffen ze een lege tafel aan. “Ach, die hebben er al geen meer. Vlug naar de volgende.”

Wie wil ontdekken, moet snel zijn. En om van de ene stand naar de andere te gaan, heb je doorzettingsvermogen nodig. In de Ravensteingalerij staan ruim tweeduizend mensen op elkaar gepakt. Tel daar stands met eten, drank en promomate­riaal bij. En toevallige bezoekers. En drie mensen die accordeon spelen, waardoor sommigen spontaan een treintje vormen. “Nu het toilet nog vinden in die drukte,” zegt een jonge vrouw. Een beetje verderop geeft een bierdrinkende man zijn mening over het concert: “Skuune muziek, mor te lange.”

‘Onze meug’Hoe herken je nu jouw dorp tussen al die andere? Vrij simpel, sommige dorpen hebben een Belleman mee, andere dorpelingen dragen een geel of beige petje, of een badge. Sommigen zwaaien met een gele paraplu, enkele jongeren dragen een T-shirt met daarop een verwijzing naar een Limburgse krant. Rond 14 uur roepen twee jongeren door een microfoon waar elke groep verzamelt voor de themawandeling. Twee voorbijgangers reageren: “We verstaan er niks van.” Ze nemen er het programmaboekje bij.

Heffen, een deelgemeente van Mechelen, is ruim vertegenwoordigd. Een op de vijf Heffenaars tekent present. Dat maakt 428 mensen om precies te zijn. Acht bussen vol. Dorpscoördinator Ward Bosmans, herkenbaar aan een oranje fluovest, spreekt over een succes. “Spijtig genoeg kan elk dorp maar een keer deelnemen.”

Anderhalve maand geleden heeft het FVV al een klassiek concert gegeven in de kerk van Heffen. Bosmans: “Met van die mooie middeleeuwse gezangen. De reacties waren heel positief. Het gevolg is dat het FVV in Mechelen al contact opgenomen heeft om een volgend concert in onze kerk te houden. Daar hebben we natuurlijk ja op gezegd.”

De wandeling gaat van start, de reacties barsten los. Gaande van: “Schat, waar zijn onze kinderen?” over: “Heb jij ook wafels geroken?” tot: “Mama, die mevrouw daar zit geld te bedelen!” In de Sint-Hubertusgalerij gapen de kinderen naar een chocoladen sint. Een vrouw roept: “Onze meug staat hier,” terwijl ze wijst naar pralines. “Gaan jullie eens voor de vitrine staan. Dan kan ik een groepsfoto nemen,” zegt Bosmans. Intussen legt de gids uit dat Le Café du Vaudeville een plek is om gezien te worden. En te kijken naar het vreemde volk dat hier passeert. “Zoals wij,” roept een man. Een andere deelnemer: “Dat is hier chic, zeg!”

Friet in de kerk

Onderweg naar Jeanneke Pis neuriën kinderen het Belgisch volkslied. Volgens hen heet Jeanneke Pis gewoon Vrouwke Pis. Wanneer onze gids het pad van een andere gids kruist, merkt hij op dat het normaal gezien niet zo druk is op deze plek. De deelnemers malen er niet om en zetten hun ontdekkingstocht verder. Eline Vanfleteren, de projectcoördinator van Dorp op stap, kijkt voldaan terug. “Alles is goed verlopen. In Ramskapelle zijn de deelnemers nog met driehonderd naar de kerk getrokken. Je moet weten dat de dorpscoördinator eigenlijk koster is. Hij heeft elektriciteitskabels tot in de kerk getrokken en daar hebben ze allemaal samen frietjes gegeten.”