Volgens Vlaams Parlementslid Patrick De Klerck pleit de Open VLD voor :
- een zo beperkt mogelijke inname van vruchtbare landbouwgrond: liefst geen ontpoldering (of indien het niet anders kan maximaal 120 ha en dit in samenspraak met de betrokken landbouwers.
- voldoende rekening te houden met de problemen van verzilting naar de omliggende akkers toe
- er zal een verstoring optreden van de landschappelijke kwaliteiten (cfr. MER-dossier): hiervoor is het noodzakelijk dat er een inrichtingsplan wordt gemaakt
- te streven naar een duurzame oplossing: we zijn ervan overtuigd dat dit voorstel geen duurzaam karakter zal kennen, gezien ook in het nieuwe deel van het Zwin verdere verzanding zal optreden.
Reeds eerder kaartte het Parlementslid, in navolging van de plannen voor het uitdiepen van de Westerschelde en de te nemen compenserende maatregelen, de problematiek van de mogelijke ontpoldering van de Willem Leopoldpolder tussen Knokke-Heist en Nederland aan. Hierdoor zouden vele landbouwers direct getroffen worden. Zwarte vlaggen werden uitgehangen omdat ze vrezen voor hun toekomst en hun inkomen door de uitbreiding van het Zwin. Een maatschappelijk draagvlak voor deze ontpoldering is dan ook niet aanwezig.
In 2005 werden er 4 Scheldeverdragen tussen Vlaanderen en Nederland principieel afgesloten. Grote twistpunt is de stelling om 600 ha vruchtbare landbouwgrond te ontpolderen. Op deze manier kan voldaan worden aan de noodzaak tot het aanduiden van estuaire natuurgebieden, wetlands en speciale beschermingszones (Vogel – en Habitatrichtlijngebieden). Er dient nog een tracébesluit opgesteld worden, waarna er kan gebaggerd worden. Daarna kan men beginnen baggeren (er dienen 2 drempels aan Belgische zijde en 7 drempels aan Nederlandse zijde weggebaggerd worden).
Met betrekking tot de Willem-Leopoldpolder gaat het over een vork van 120 ha tot 300 ha compensatie. Open VLD is voorstanden om GEEN ontpoldering door te voeren. Indien er geen ander alternatief mogelijk is, moet men vasthouden aan een maximale ontpoldering van 120 ha (bruto). Hierin zijn ook inbegrepen de noodzakelijke dijken, de eventuele compensatie van de dievegatkreek,….
Los van de definitieve oppervlakte van de nieuwe Zwinzone, moet men tevens rekening houden met de meer dan waarschijnlijke verdere verzilting van de omliggende poldergronden. De grondwatertafel zal ontwricht worden (ontstaan van zoute kwel). Ook de invloed op de zoetwaterbel waaruit Knokke-Heist het drinkwater oppompt, is onduidelijk.
Indien de ontpoldering zou doorgevoerd worden, zal er zeker ook sprake zijn van visuele pollutie. In het MER dossier werd hier dan ook nadrukkelijk op gewezen: het landschappelijk karakter zal danig verstoord worden. Zo voorziet men rondom het gebied een aaneengesloten dijk van meer dan 10 meter hoogte. In het vlakke polderlandschap, dat internationaal wordt aangeprijsd voor zijn specifiek horizontaal karakter, is dit een grote minwaarde. De eigenheid van de kustpolders worden op deze manier sterk aangetast en men verkrijgt een barrière-effect over zeer lange afstand.
Verder zal er ook jarenlang hinder voor de omgeving zijn. We kunnen hierbij denken aan de aan- en afvoerstromen van vrachtwagens, het grondverzet,…
Er zou zich ook een perverse situatie manifesteren: waar er in het verleden alles aan gedaan werd om land op de zee te winnen (de oude dijken zijn tot op vandaag, als relicten in het landschap, nog steeds aanwezig), wil men nu dezelfde zone ontpolderen. Zeer vruchtbare poldergrond zou op deze manier teruggegeven worden aan de zee.
Opmerkelijk is ook de houding van het gemeentebestuur. Als lid van de Internationale Zwincommissie was men reeds in 2003 op de hoogte van het totaalplan voor de uitbreiding van het Zwin. Het is positief dat het gemeentebestuur tegen de verdere uitbreiding van het Zwin is, maar het is spijtig dat men deze mening nu nog maar verkondigd: de alarmbel diende veel eerder geluid te worden…
Finaal kan men zich afvragen als het sop de kolen waard is. De ontpoldering komt er onder andere door de zogezegde noodzaak om in het Zwin de spuiwerking te versterken. Het principe van een spuikom is volgens mij zeker niet zaligmakend, daar de bezinking zal blijven. Op middellange termijn zal de nieuwe zwingeul opnieuw verzanden. Bij vloed zal het water snel binnenlopen en bij eb zal het water zich traag richting zee verplaatsen, waardoor opnieuw verzanding zal ontstaan. Het is een doekje voor het bloeden. Ik heb sterk de indruk dat het hier puur gaat over het verkrijgen van bijkomend natuurgebied. Veel zou trouwens opgelost kunnen worden door het huidig zwin uit te baggeren en de bestaande zandvang te vernieuwen.
- voldoende rekening te houden met de problemen van verzilting naar de omliggende akkers toe
- er zal een verstoring optreden van de landschappelijke kwaliteiten (cfr. MER-dossier): hiervoor is het noodzakelijk dat er een inrichtingsplan wordt gemaakt
- te streven naar een duurzame oplossing: we zijn ervan overtuigd dat dit voorstel geen duurzaam karakter zal kennen, gezien ook in het nieuwe deel van het Zwin verdere verzanding zal optreden.
Reeds eerder kaartte het Parlementslid, in navolging van de plannen voor het uitdiepen van de Westerschelde en de te nemen compenserende maatregelen, de problematiek van de mogelijke ontpoldering van de Willem Leopoldpolder tussen Knokke-Heist en Nederland aan. Hierdoor zouden vele landbouwers direct getroffen worden. Zwarte vlaggen werden uitgehangen omdat ze vrezen voor hun toekomst en hun inkomen door de uitbreiding van het Zwin. Een maatschappelijk draagvlak voor deze ontpoldering is dan ook niet aanwezig.
In 2005 werden er 4 Scheldeverdragen tussen Vlaanderen en Nederland principieel afgesloten. Grote twistpunt is de stelling om 600 ha vruchtbare landbouwgrond te ontpolderen. Op deze manier kan voldaan worden aan de noodzaak tot het aanduiden van estuaire natuurgebieden, wetlands en speciale beschermingszones (Vogel – en Habitatrichtlijngebieden). Er dient nog een tracébesluit opgesteld worden, waarna er kan gebaggerd worden. Daarna kan men beginnen baggeren (er dienen 2 drempels aan Belgische zijde en 7 drempels aan Nederlandse zijde weggebaggerd worden).
Met betrekking tot de Willem-Leopoldpolder gaat het over een vork van 120 ha tot 300 ha compensatie. Open VLD is voorstanden om GEEN ontpoldering door te voeren. Indien er geen ander alternatief mogelijk is, moet men vasthouden aan een maximale ontpoldering van 120 ha (bruto). Hierin zijn ook inbegrepen de noodzakelijke dijken, de eventuele compensatie van de dievegatkreek,….
Los van de definitieve oppervlakte van de nieuwe Zwinzone, moet men tevens rekening houden met de meer dan waarschijnlijke verdere verzilting van de omliggende poldergronden. De grondwatertafel zal ontwricht worden (ontstaan van zoute kwel). Ook de invloed op de zoetwaterbel waaruit Knokke-Heist het drinkwater oppompt, is onduidelijk.
Indien de ontpoldering zou doorgevoerd worden, zal er zeker ook sprake zijn van visuele pollutie. In het MER dossier werd hier dan ook nadrukkelijk op gewezen: het landschappelijk karakter zal danig verstoord worden. Zo voorziet men rondom het gebied een aaneengesloten dijk van meer dan 10 meter hoogte. In het vlakke polderlandschap, dat internationaal wordt aangeprijsd voor zijn specifiek horizontaal karakter, is dit een grote minwaarde. De eigenheid van de kustpolders worden op deze manier sterk aangetast en men verkrijgt een barrière-effect over zeer lange afstand.
Verder zal er ook jarenlang hinder voor de omgeving zijn. We kunnen hierbij denken aan de aan- en afvoerstromen van vrachtwagens, het grondverzet,…
Er zou zich ook een perverse situatie manifesteren: waar er in het verleden alles aan gedaan werd om land op de zee te winnen (de oude dijken zijn tot op vandaag, als relicten in het landschap, nog steeds aanwezig), wil men nu dezelfde zone ontpolderen. Zeer vruchtbare poldergrond zou op deze manier teruggegeven worden aan de zee.
Opmerkelijk is ook de houding van het gemeentebestuur. Als lid van de Internationale Zwincommissie was men reeds in 2003 op de hoogte van het totaalplan voor de uitbreiding van het Zwin. Het is positief dat het gemeentebestuur tegen de verdere uitbreiding van het Zwin is, maar het is spijtig dat men deze mening nu nog maar verkondigd: de alarmbel diende veel eerder geluid te worden…
Finaal kan men zich afvragen als het sop de kolen waard is. De ontpoldering komt er onder andere door de zogezegde noodzaak om in het Zwin de spuiwerking te versterken. Het principe van een spuikom is volgens mij zeker niet zaligmakend, daar de bezinking zal blijven. Op middellange termijn zal de nieuwe zwingeul opnieuw verzanden. Bij vloed zal het water snel binnenlopen en bij eb zal het water zich traag richting zee verplaatsen, waardoor opnieuw verzanding zal ontstaan. Het is een doekje voor het bloeden. Ik heb sterk de indruk dat het hier puur gaat over het verkrijgen van bijkomend natuurgebied. Veel zou trouwens opgelost kunnen worden door het huidig zwin uit te baggeren en de bestaande zandvang te vernieuwen.